Deze lezing zou oorspronkelijk op 28/11/2020 in Westervoort worden gehouden, maar kon helaas vanwege Corona niet doorgaan.
Om de lezing te beluisteren ga naar https://youtu.be/h07OgwNnUys
Om de lezing te beluisteren ga naar https://youtu.be/h07OgwNnUys
Geloof en gewaarwordingen
Inleiding
Mijn gehele leven al ben ik gelovig. En als ik daarop terugkijk, dan merk ik dat mijn geloof zich behoorlijk heeft ontwikkeld door de jaren heen. De reden daarvoor is dat er in de loop van de tijd, zich in mijn hart steeds meer geestelijke gewaarwordingen aandienden. En vooral die geestelijke gewaarwordingen zijn het die mijn geloofsontwikkeling hebben bevorderd.
Allengs ging ik begrijpen dat de gewaarwordingen vanuit de Heer juist worden gegeven om die groei mogelijk te maken. Het is een heel belangrijk aspect in de wijze waarop Hij met de mens communiceert.
Ik heb deze lezing in drie delen opgesplitst.
Allengs ging ik begrijpen dat de gewaarwordingen vanuit de Heer juist worden gegeven om die groei mogelijk te maken. Het is een heel belangrijk aspect in de wijze waarop Hij met de mens communiceert.
Ik heb deze lezing in drie delen opgesplitst.
- Allereerst wil ik het eerst hebben over het geloof. Er zijn zo veel soorten geloof, en mij heeft het lang bezig gehouden hoe dat nou kan.
- In deel twee wil ik het belang van geestelijke gewaarwordingen trachten over te brengen. Ik wil vertellen hoe je geestelijke gewaarwordingen kunt herkennen en interpreteren.
- En in het derde deel komt aan bod een citaat uit het zesde deel van het Groot Evangelie van Johannes, op schrift gesteld door Jacob Lorber, gewoon omdat dat citaat zo mooi aansluit..
Deel 1 - Geloof
Als jongere heb ik met mijn vrienden nog al eens gesprekken gevoerd over het geloof. Die vrienden en ik maakten deel uit van een band die in kerkdiensten muziek bracht en we maakten daar nogal wat verschillende soorten preken mee. Daaruit bleek dat elke predikant zo zijn of haar eigen kijk en benadering heeft op het geloof.
Ik ben soms alleen, soms samen met anderen, ook andere gemeentes gaan bezoeken, afwijkend van de protestantse kerk. Ik heb veel Evangelische diensten meegemaakt, maar ook ervaringen gehad met Youth for Christ, en Children of God e.d. Op enig moment heb ik zelfs een poosje overwogen of ik in een klooster zou gaan.
Het hield me bezig dat er zo veel verschillen in geloofsuiting waren, zoveel verschil in interpretatie van de bijbel. Ik vroeg me af hoe dat nou kon, en of er wel een waarheid bestond, een waar geloof.
Twee teksten om mee te beginnen.
In GEJ6 75 vs9 staat:
'Het echte levensgevoel is enkel en alleen maar het gevolg van de ware, levende liefde tot God en daardoor tot de naaste.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/75/
En in ES Ware Christelijke Religie staat:
... wanneer daarom de Heer niet opnieuw in de wereld komt in het Goddelijk Ware, dat het Woord is, kan evenmin iemand gered worden.
https://newchristianbiblestudy.org/nl/exposition/translation/ware-christelijke-religie-weevers/contents/30
Nu ik zo veel jaren ouder ben denk ik dat er een herijking nodig is t.a.v. de taal en de formuleringen van geloof. Die herijking is nodig omdat door misvatting en misbruik de geloofstaal haast onherkenbaar is verduisterd en vervuild. En daarmee is het geloof zelf dus verduisterd.
De volgorde van het komen tot geloof is deze:
Wat je dan gelooft zal overeenkomstig zijn aan wat je is vertelt. Als je een valse boodschap is gegeven, heb je ook een vals geloof. En dat is door de geschiedenis heen vaak gebeurd. Het gebeurt nog steeds. De media sturen constant boodschappen de wereld in die vals en misleidend zijn.
Ik moet hier overigens wel de graadmeter noemen van wat ik onder vals versta, want t.a.v. van bij voorbeeld het economisch denken e.d. zijn die boodschappen misschien helemaal niet vals.
Wat ik bedoel met vals is dit:
Vals is alles wat wordt gezegd vanuit eigen belang. Wat namelijk niet in het belang van de naaste is, dus eigenbelang en zelfzucht, dat is t.a.v. de naaste duidelijk boosaardig. Want een zelfzuchtig mens heeft absoluut niet het belang van zijn naaste op het oog. En de boodschappen die met die boosaardigheid gepaard gaan die noem ik vals.
Zelfzucht is boosaardig, en de woorden en gedachten die daarmee gepaard gaan zijn vals, omdat ze niet eerlijk zijn over de motieven en bedoelingen. Dat is de graadmeter van wat boos en vals is.
Daarmee is de standaard van wat goed en waar is ook meteen duidelijk. Goed is de naastenliefde, en de gedachten en woorden die daarmee gepaard gaan zijn waar, want wie de naaste lief heeft wil hem liefst niet bedriegen en die probeert dus alleen waarheid te spreken.
Het woord Evangelie komt van het Grieks en betekent blije boodschap. En inderdaad, van een goede en ware boodschap, de boodschap van liefde, kun je blij worden.
Dus dat klopt wel.
Indien je die ware boodschap te horen krijgt kun je ook tot waar geloof komen, omdat de boodschap zelf waar en goed is. Dat is waarom die boodschap van liefde wel 'het Woord' wordt genoemd.
Dat vind ik een van de mooiste teksten, die van het Joh. Evangelie, vers 1:
‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God.’
Johannes 1:1 HTB https://www.bible.com/75/jhn.1.1.htb
Dat Woord is het Woord van liefde, en liefde is HijZelf, vandaar dat er staat 'het Woord was God'. In de bijbel is dat Woord de boodschap van liefde, voortkomend uit zuivere liefde, liefde Die Hij Zelf is.
Indien je die boodschap aanneemt, dan heb je een waar geloof.
Indien je een andere boodschap aanneemt, dan heb je een vals geloof.
Hemelse verborgenheden - Emanuel Swedenborg
1106. 'Velen zijn er, die uit onnozelheid en onwetendheid, valsheden ten aanzien van het geloof hebben ingezogen, en een zeker geweten hebben overeenkomstig de beginselen van hun geloof, ...'
In de volksmond heeft het woord geloof een betekenis die het resultaat is van eeuwenlang valse boodschappen. De kerk is daar zelf voor het grootste deel schuldig aan. Vandaar dat die oude betekenis, die valse boodschap, eerst uit de weg moet worden geruimd.
Eerst het oude en valse afleggen om vervolgen het nieuwe ware op te kunnen nemen, dat is hoe het in de praktijk zal moeten gaan. En zo gaat het ook. Voor wie het kan herkennen, dat is waarom wordt toegelaten dat het gaat in de wereld zoals het gaat. Het wordt toegelaten opdat de misvattingen, de valse boodschappen, worden doorzien voor wat ze zijn, vals tot op het bot. Het wordt toegelaten dat er zo veel bedrog en misleiding is opdat zal worden herkend welke boze liefde daarachter schuil gaat, de zelfzucht, de eigenliefde.
Als de valse boodschap, de volksmisleiding, is ontmaskert en het voor iedereen duidelijk is dat er boze zelfzucht achter schuil gaat, dan zal er ruimte komen om de ware boodschap van liefde aan te nemen.
De ware boodschap is kortweg deze:
“God is liefde. Hij roept je op om evenzo lief te hebben, je naaste als jezelf en Hem bovenal.”
Indien je die ware boodschap gelooft, begint het proces van wat wel wedergeboorte wordt genoemd. Wedergeboorte is geen plotselinge gebeurtenis, want het begint met geloof in het Woord van liefde en ontwikkelt zich daaruit zoals een vruchtdragende boom zich ontwikkelt uit gekiemd zaad.
Het groeit haast onmerkbaar elke dag een beetje, net zo lang totdat de boom vrucht geeft.
En daarmee eindigt het proces van wedergeboorte, met het vrucht dragen. Met het aannemen van de boodschap van liefde begint het, ontkiemt het, en met daadwerkelijk beoefende liefde in het eigen hart is het proces voltooid.
In dit beeld is de boom een overeenstemming met de liefde.
Ook in de bijbel wordt het woord boom regelmatig gebruikt bijv. in het scheppingsverhaal. Zoals in Genesis:
‘En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad.’
Genesis 2:9 HSV https://www.bible.com/1990/gen.2.9.hsv
In de boeken van ES wordt ook het boek Genesis, waar deze tekst uit stamt, uitgebreid besproken. Door die uitleg kunnen we een eerste begrip krijgen van de werkelijke betekenis, namelijk van de innerlijk overeenstemmende betekenis van deze teksten.
Voor ik daaruit wat ga aanhalen, is allereerst van belang te beseffen dat in geestelijk innerlijke zin de betekenis van een tekst altijd een overeenstemmende betekenis is. Het is een beeld, een soort metafoor of gelijkenis.
Verder is ook van belang te beseffen dat die overeenstemmende betekenis altijd twee kanten uit kan. Ofwel het drukt een overeenstemming uit met het goede en ware, ofwel een overeenstemming met het kwade en valse.
Welke van de twee het is hangt af van de context waarin het staat.
Dat verschijnsel kennen wij in onze dagelijkse taal ook.
Neem de zin : 'Ik hou ervan dat er goed eten is'. Uit deze enkele zin blijkt niet direct of je dat voor jezelf of voor je naaste bedoelt. Als er op volgt: 'Anders durf ik het niet aan te bieden', dan maakt de context duidelijk dat het om de naaste gaat. Indien er echter op volgt: 'Anders eet ik het niet', dan is het duidelijk dat het om jezelf gaat.
In beide gevallen is er sprake van een soort liefde, maar wat een verschil in betekenis. De ene liefde kun je goed noemen, de andere liefde kwaad of boos.
En precies zo kan de innerlijke geestelijke betekenis van teksten en woorden tweeërlei zijn, net afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
ES schrijft over bovengenoemde 'bomen tekst' van Genesis 1 vs 9:
Ik herhaal de tekst nog even:
'En Jehovah God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; ...'
Nou dat komt mooi uit want over gewaarwording wil ik het in deel twee van deze lezing hebben.
Alvorens daartoe over te gaan wil ik nog zeggen, dat de overeenstemmende betekenis van het hele scheppingsverhaal in Genesis 1 precies dat is waar we het tot nu toe over hebben gehad, nl het horen, doen ontkiemen, groeien en tot volle rijping brengen van de liefde in het eigen hart.
Het scheppingsverhaal is a.h.w. een samenvatting van het tot nu toe besprokene.
Je kunt jezelf daarin zien als wat wordt genoemd 'de aarde'. En alles wat er op aarde ontstaat, kun je dienovereenkomstig zien als een fase van groei in je besef en in je wil van liefde.
De wateren bijv. stellen kennis voor, kennis die door opname van het Woord van liefde onderscheid krijgt, want er is verschil tussen wateren onder de aarde d.w.z. kennis die tot het wereldse behoort, en kennis die tot het hemelse behoort.
Het licht stelt inzicht voor en de zon stelt de opkomst van de uitstraling van GodZelf in het eigen hart voor.
En door de toename aan liefde en de daarbij behorende vruchten verschijnt uiteindelijk in je gemoed het beeld Gods in volledig overeenstemmende gelijkenis met Hem.
Gedurende dat proces nemen ook je gewaarwordingen toe. Daarover gaat het in het volgende deel van deze lezing.
Ik ben soms alleen, soms samen met anderen, ook andere gemeentes gaan bezoeken, afwijkend van de protestantse kerk. Ik heb veel Evangelische diensten meegemaakt, maar ook ervaringen gehad met Youth for Christ, en Children of God e.d. Op enig moment heb ik zelfs een poosje overwogen of ik in een klooster zou gaan.
Het hield me bezig dat er zo veel verschillen in geloofsuiting waren, zoveel verschil in interpretatie van de bijbel. Ik vroeg me af hoe dat nou kon, en of er wel een waarheid bestond, een waar geloof.
Twee teksten om mee te beginnen.
In GEJ6 75 vs9 staat:
'Het echte levensgevoel is enkel en alleen maar het gevolg van de ware, levende liefde tot God en daardoor tot de naaste.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/75/
En in ES Ware Christelijke Religie staat:
... wanneer daarom de Heer niet opnieuw in de wereld komt in het Goddelijk Ware, dat het Woord is, kan evenmin iemand gered worden.
https://newchristianbiblestudy.org/nl/exposition/translation/ware-christelijke-religie-weevers/contents/30
Nu ik zo veel jaren ouder ben denk ik dat er een herijking nodig is t.a.v. de taal en de formuleringen van geloof. Die herijking is nodig omdat door misvatting en misbruik de geloofstaal haast onherkenbaar is verduisterd en vervuild. En daarmee is het geloof zelf dus verduisterd.
De volgorde van het komen tot geloof is deze:
- Eerst moet het worden vertelt, want zonder ergens van te weten kun je niet geloven dat het is, dat het bestaat, dat het zich zo voordoet. Dus eerst het horen.
- Vervolgens kom je tot geloof als je aanneemt dat wat je werd vertelt waar is.
Wat je dan gelooft zal overeenkomstig zijn aan wat je is vertelt. Als je een valse boodschap is gegeven, heb je ook een vals geloof. En dat is door de geschiedenis heen vaak gebeurd. Het gebeurt nog steeds. De media sturen constant boodschappen de wereld in die vals en misleidend zijn.
Ik moet hier overigens wel de graadmeter noemen van wat ik onder vals versta, want t.a.v. van bij voorbeeld het economisch denken e.d. zijn die boodschappen misschien helemaal niet vals.
Wat ik bedoel met vals is dit:
Vals is alles wat wordt gezegd vanuit eigen belang. Wat namelijk niet in het belang van de naaste is, dus eigenbelang en zelfzucht, dat is t.a.v. de naaste duidelijk boosaardig. Want een zelfzuchtig mens heeft absoluut niet het belang van zijn naaste op het oog. En de boodschappen die met die boosaardigheid gepaard gaan die noem ik vals.
Zelfzucht is boosaardig, en de woorden en gedachten die daarmee gepaard gaan zijn vals, omdat ze niet eerlijk zijn over de motieven en bedoelingen. Dat is de graadmeter van wat boos en vals is.
Daarmee is de standaard van wat goed en waar is ook meteen duidelijk. Goed is de naastenliefde, en de gedachten en woorden die daarmee gepaard gaan zijn waar, want wie de naaste lief heeft wil hem liefst niet bedriegen en die probeert dus alleen waarheid te spreken.
Het woord Evangelie komt van het Grieks en betekent blije boodschap. En inderdaad, van een goede en ware boodschap, de boodschap van liefde, kun je blij worden.
Dus dat klopt wel.
Indien je die ware boodschap te horen krijgt kun je ook tot waar geloof komen, omdat de boodschap zelf waar en goed is. Dat is waarom die boodschap van liefde wel 'het Woord' wordt genoemd.
Dat vind ik een van de mooiste teksten, die van het Joh. Evangelie, vers 1:
‘In het begin was het Woord en het Woord was bij God, en het Woord was God.’
Johannes 1:1 HTB https://www.bible.com/75/jhn.1.1.htb
Dat Woord is het Woord van liefde, en liefde is HijZelf, vandaar dat er staat 'het Woord was God'. In de bijbel is dat Woord de boodschap van liefde, voortkomend uit zuivere liefde, liefde Die Hij Zelf is.
Indien je die boodschap aanneemt, dan heb je een waar geloof.
Indien je een andere boodschap aanneemt, dan heb je een vals geloof.
Hemelse verborgenheden - Emanuel Swedenborg
1106. 'Velen zijn er, die uit onnozelheid en onwetendheid, valsheden ten aanzien van het geloof hebben ingezogen, en een zeker geweten hebben overeenkomstig de beginselen van hun geloof, ...'
In de volksmond heeft het woord geloof een betekenis die het resultaat is van eeuwenlang valse boodschappen. De kerk is daar zelf voor het grootste deel schuldig aan. Vandaar dat die oude betekenis, die valse boodschap, eerst uit de weg moet worden geruimd.
Eerst het oude en valse afleggen om vervolgen het nieuwe ware op te kunnen nemen, dat is hoe het in de praktijk zal moeten gaan. En zo gaat het ook. Voor wie het kan herkennen, dat is waarom wordt toegelaten dat het gaat in de wereld zoals het gaat. Het wordt toegelaten opdat de misvattingen, de valse boodschappen, worden doorzien voor wat ze zijn, vals tot op het bot. Het wordt toegelaten dat er zo veel bedrog en misleiding is opdat zal worden herkend welke boze liefde daarachter schuil gaat, de zelfzucht, de eigenliefde.
Als de valse boodschap, de volksmisleiding, is ontmaskert en het voor iedereen duidelijk is dat er boze zelfzucht achter schuil gaat, dan zal er ruimte komen om de ware boodschap van liefde aan te nemen.
De ware boodschap is kortweg deze:
“God is liefde. Hij roept je op om evenzo lief te hebben, je naaste als jezelf en Hem bovenal.”
Indien je die ware boodschap gelooft, begint het proces van wat wel wedergeboorte wordt genoemd. Wedergeboorte is geen plotselinge gebeurtenis, want het begint met geloof in het Woord van liefde en ontwikkelt zich daaruit zoals een vruchtdragende boom zich ontwikkelt uit gekiemd zaad.
Het groeit haast onmerkbaar elke dag een beetje, net zo lang totdat de boom vrucht geeft.
En daarmee eindigt het proces van wedergeboorte, met het vrucht dragen. Met het aannemen van de boodschap van liefde begint het, ontkiemt het, en met daadwerkelijk beoefende liefde in het eigen hart is het proces voltooid.
In dit beeld is de boom een overeenstemming met de liefde.
Ook in de bijbel wordt het woord boom regelmatig gebruikt bijv. in het scheppingsverhaal. Zoals in Genesis:
‘En de HEERE God liet allerlei bomen uit de aardbodem opkomen, begerenswaardig om te zien en goed om van te eten; ook de boom des levens, in het midden van de hof, en de boom van de kennis van goed en kwaad.’
Genesis 2:9 HSV https://www.bible.com/1990/gen.2.9.hsv
In de boeken van ES wordt ook het boek Genesis, waar deze tekst uit stamt, uitgebreid besproken. Door die uitleg kunnen we een eerste begrip krijgen van de werkelijke betekenis, namelijk van de innerlijk overeenstemmende betekenis van deze teksten.
Voor ik daaruit wat ga aanhalen, is allereerst van belang te beseffen dat in geestelijk innerlijke zin de betekenis van een tekst altijd een overeenstemmende betekenis is. Het is een beeld, een soort metafoor of gelijkenis.
Verder is ook van belang te beseffen dat die overeenstemmende betekenis altijd twee kanten uit kan. Ofwel het drukt een overeenstemming uit met het goede en ware, ofwel een overeenstemming met het kwade en valse.
Welke van de twee het is hangt af van de context waarin het staat.
Dat verschijnsel kennen wij in onze dagelijkse taal ook.
Neem de zin : 'Ik hou ervan dat er goed eten is'. Uit deze enkele zin blijkt niet direct of je dat voor jezelf of voor je naaste bedoelt. Als er op volgt: 'Anders durf ik het niet aan te bieden', dan maakt de context duidelijk dat het om de naaste gaat. Indien er echter op volgt: 'Anders eet ik het niet', dan is het duidelijk dat het om jezelf gaat.
In beide gevallen is er sprake van een soort liefde, maar wat een verschil in betekenis. De ene liefde kun je goed noemen, de andere liefde kwaad of boos.
En precies zo kan de innerlijke geestelijke betekenis van teksten en woorden tweeërlei zijn, net afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
ES schrijft over bovengenoemde 'bomen tekst' van Genesis 1 vs 9:
Ik herhaal de tekst nog even:
'En Jehovah God had alle geboomte uit het aardrijk doen spruiten, begeerlijk voor het gezicht, en goed tot spijze; ...'
- Daarvan zegt ES dat boom betekent 'de innerlijke gewaarwording';
- En boom begeerlijk voor het gezicht, de innerlijke gewaarwording van het ware;
- Boom goed tot spijze, de innerlijke gewaarwording van het goede; ...
Nou dat komt mooi uit want over gewaarwording wil ik het in deel twee van deze lezing hebben.
Alvorens daartoe over te gaan wil ik nog zeggen, dat de overeenstemmende betekenis van het hele scheppingsverhaal in Genesis 1 precies dat is waar we het tot nu toe over hebben gehad, nl het horen, doen ontkiemen, groeien en tot volle rijping brengen van de liefde in het eigen hart.
Het scheppingsverhaal is a.h.w. een samenvatting van het tot nu toe besprokene.
Je kunt jezelf daarin zien als wat wordt genoemd 'de aarde'. En alles wat er op aarde ontstaat, kun je dienovereenkomstig zien als een fase van groei in je besef en in je wil van liefde.
De wateren bijv. stellen kennis voor, kennis die door opname van het Woord van liefde onderscheid krijgt, want er is verschil tussen wateren onder de aarde d.w.z. kennis die tot het wereldse behoort, en kennis die tot het hemelse behoort.
Het licht stelt inzicht voor en de zon stelt de opkomst van de uitstraling van GodZelf in het eigen hart voor.
En door de toename aan liefde en de daarbij behorende vruchten verschijnt uiteindelijk in je gemoed het beeld Gods in volledig overeenstemmende gelijkenis met Hem.
Gedurende dat proces nemen ook je gewaarwordingen toe. Daarover gaat het in het volgende deel van deze lezing.
Deel 2 - gewaarwordingen
Ik heb altijd een nogal sterk geweten gehad. Mijn ouders hebben dat ook aangebracht doordat als ik iets uitvrat, ik direct op pad werd gestuurd om dat te gaan bekennen en goed te maken.
Zo vond ik als achtjarig jochie in mijn argeloosheid een keer wat aardappels in een aardappelveld. Die nam ik mee en vroeg mijn moeder om er friet van te maken.
Dat gebeurde echter niet. Wat wel gebeurde is dat mijn vader me meenam, me beval mijn spaarpotje te pakken en met hem mee te komen naar de boer, waar ik dit alles moest opbiechten en mijn spaarpot legen.
Dat laatste hoefde gelukkig niet van de boer, maar een dergelijk verhaal verklaart voor een deel waarom ik ook nu nog een enorme invloed van mijn geweten voel.
In het eerste deel spraken we over het geloof.
Aanvankelijk, zo'n 6000 jaar geleden, werd het woord 'geloof' helemaal niet gebruikt. Dat was omdat ze een dermate sterke gewaarwording van Gods liefdevolle aanwezigheid in het eigen hart hadden, dat ze het woord geloof niet van toepassing vonden, het stuitte hen zelfs tegen de borst.
Want als je de gewaarwording van liefde, dus de gewaarwording van God Zelf hebt, waartoe is het dan nog nodig een of ander geloof te hebben. Indien je Hem in jezelf ervaart, dan is dat een zekerheid en is geloof totaal niet meer van toepassing.
Helaas, die in oude tijden voorkomende staat van liefdegewaarwording ging allengs verloren. Je zou kunnen zeggen dat daardoor geloof noodzakelijk werd. Want wie God niet in zichzelf gewaar wordt, die zal het moeten doen met de onzekerheid van geloof.
Gelukkig kun je middels het geloof in de boodschap van liefde, zie het eerste deel van deze lezing, uiteindelijk wel weer tot gewaarwording van de liefde Gods komen.
Wie het onvervalste Woord van liefde hoort en het aanneemt, die begint aan dat proces van het innerlijk doen groeien van de zuivere liefde tot God.
Dat proces vindt zijn voltooing in het vrucht dragen vanuit liefde.
Dat alles kwam in het eerste deel van deze lezing aan bod.
Voor een toenemende gewaarwording van Zijn liefde is dus allereerst een zuiver geloof nodig, dat is geloof in liefde, geloof dat God de liefde Zelf is. Hoe meer liefde in je hart, hoe meer gewaarwording van liefde, dus gewaarwording van Hem je kunt ervaren.
Wat ik onder gewaarwording versta is dit:
Een gewaarwording is net zoiets als een zintuiglijke waarneming, maar dan innerlijk, in je gevoel.
Je uiterlijke zintuigen zoals ogen en oren doen uiterlijke waarnemingen, namelijk zien en horen. In je innerlijk kun je a.h.w. ook zien en horen met je innerlijke zintuigen.
Echter, je innerlijk zelf, dàt kun je niet waarnemen. Net zoals je met je ogen, zonder gebruik van een spiegel, je eigen ogen niet kunt zien, zo is het ook onmogelijk om met je innerlijke waarneming je eigen innerlijk waar te nemen.
Je kunt alleen iets ìn je innerlijk waarnemen.
Wat je daar kunt waarnemen, is de liefde.
Beter gezegd, Wat je in je innerlijk waar kunt nemen zijn de talloze vormen en gestaltes van de uitstraling van liefde. Indien het zuivere liefde is zijn ook de gestaltes en vormen daarmee in overeenstemming. Indien het echter onzuivere, boze liefde is dan zijn dienovereenkomstig ook de vormen en gestaltes die je innerlijk kunt waarnemen bozig en onzuiver.
Om woorden te kunnen geven aan je liefde-gewaarwordingen, zul je er overeenstemmende beelden voor moeten vinden. Die beelden worden gevonden in bestaande uiterlijke waarnemingen, waarnemingen die je met je uiterlijke zintuigen doet.
De uiterlijke beelden, zoals je die met je ogen en oren waarneemt, kun je gebruiken om de innerlijke waarnemingen te formuleren.
Zien en horen gebruik je als overeenstemmend beeld voor een innerlijk verkregen indruk, een opkomend idee of gedachte, zo zacht overigens, dat het in eerste instantie een gedachte van jezelf lijkt te zijn.
En dat het je eigen gedachten lijken te zijn, is niet zo gek, want je bent bezig om van een staat van het ontbreken van innerlijke liefde-gewaarwording, over te gaan in een staat van een heldere liefde-gewaarwordingen.
Dat betekent in de praktijk dat je van een staat waarin je denkt dat je zelf gedachten en ideeën produceert, overgaat naar een staat waarin je gaat beseffen dat gedachten en ideeën van elders kunnen komen, en ook werkelijk van elders blijken te komen.
Dat onderscheid kennen en goed kunnen herkennen neemt tijd.
In GEJ6 79 staat:
'Heer, hoe zal ik voelen en gewaar worden dat u de woorden in mijn mond legt?
Jezus zei: 'Je zult in je hart gedachten waarnemen die zo helder zijn als zuiver gesproken woord, en die zul je dan met je mond zonder moeite uit kunnen spreken. Daarin ligt het geheim van God in het mensenhart.
Mensen die een BDE (Bijna Dood Ervaring) hebben gehad vertellen ook van een stem die ze horen, maar niet letterlijk met hun oren. Het is meer, zeggen ze, een innerlijke uitwisseling van gedachten, net zo duidelijk als het spreken in de dagelijkse omgang met elkaar.
En dat is precies wat ik bedoel.
Gewaarwordingen zijn liefde-gedachten die in je opkomen, waarvan je beseft dat ze niet jouw gedachten zijn. Het kenmerk waaraan je de geestelijke grond van deze gedachten en ideeën in je gewaarwording kunt onderscheiden, is dat het zuivere liefde verkondigt.
Je zult merken dat als je je liefde-gewaarwordingen van woorden wilt voorzien, dat zoiets niet altijd even eenvoudig is. Dat blijkt bijv. uit het feit dat een BDEr zegt moeite te hebben om zijn ervaringen te omschrijven.
Want er zijn eigenlijk geen goede woorden voor te vinden.
Het doet denken aan wat er in de Corinthebrief, en ook in Jesaja 64 staat:
‘... Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.’
1 Korinthe 2:9 HSV https://www.bible.com/1990/1co.2.9.hsv
En zo ervaar ik het zelf ook.
Wat ik in mezelf aan liefde indrukken gewaar wordt, is door mij niet eerder gehoord en gezien. Ik weet van tevoren ook niet wat ik hier in deze lezing ga zeggen. Het formuleren van de vele vormen die de liefde me toont is iets wat ik heb moeten leren, en nog steeds ben ik er mee bezig.
Zonder overeenstemmende beelden lukt het absoluut niet.
Hoe dan ook, het is zaaks om nu al, nog in je fysieke lichaam, zuivere liefde op te wekken en tot vrucht dragen te brengen. Want dat zal je gewaarwordingen geven die van de Liefde, d.i. van God Zelf, afstammen.
Nu heb ik in deel 1, waar het over geloof ging, al gezegd dat het proces van liefdeontwikkeling zich in je hart voltrekt in een bepaalde volgorde.
Daar moet ik nog wat aan toevoegen.
De liefde in je hart komt daar niet gelijk met de kennis van het Woord van liefde in terecht. Als je dus het Woord van liefde hoort, zit het niet meteen ook in je hart. Kennis is namelijk iets wat alleen in je verstand terecht komt. Indien je het vervolgens aanneemt, dus gelooft en vooral ook navolgt, dan pas komt de liefde in je hart en kan daar, door het beoefenen ervan, gaan groeien.
Kortom, het pure feit dat je weet dat God je volmaakt en onvoorwaardelijk lief heeft, is een zaak van je verstand alleen. Je kunt en zult er misschien wel heel blij van worden, en die blijdschap te weten dat je geliefd bent, voel je ook innerlijk als vreugde.
Dat vreugdegevoel is echter nog niet hetzelfde als dat je Hem, de liefde Zelf, in je hart gewaar wordt. Vreugde is slechts een emotie, een reactie op de kennis dat Hij je onvoorwaardelijk lief heeft.
Ter illustratie, ook Satan weet dat God liefde is, en hij reageert er heel anders op. Hij wordt er juist niet blij van, hij voelt afkeer, dat is zijn emotie. Dat toont aan dat hij de liefde zeker niet in zijn hart heeft, het zit alleen als kennis in zijn verstand.
Kennis van liefde gaat vooraf, en roept emoties op, maar die emoties zijn niet hetzelfde als dat er liefde is in je hart.
Je dient de liefde in je hart op te wekken.
En hoe doe je dat?
Er is maar één manier, gehoorzaamheid.
Er moet me hier even iets van het hart. Ik heb van jongs af aan een behoorlijke hekel aan het woord gehoorzaamheid. Het staat me zelfs een beetje tegen het hier te gebruiken.
Gehoorzaamheid namelijk geeft me het gevoel dat ik niet vrij ben, dat ik me moet richten naar wat ik eigenlijk niet wil, dat er dwang is. En ik heb altijd een sterke behoefte gevoeld om zelf te kunnen bepalen wat ik wel en niet doe.
De gehoorzaamheid die ik hier bedoel is echter van een geheel andere soort dan van buiten komende dwang, want wat ik hier bedoel komt van binnen.
Ik vind de liefde mooi, waardevol en een goed richtsnoer voor mijn leven. Ikzelf wil, van binnenuit, op eigen initiatief en uit vrije wil, gehoorzaam zijn aan de liefde. Niets en niemand dwingt me, het is enkel en alleen mijn eigen vrije wil en keuze.
Desondanks is daaraan gehoorzaam zijn lastig, omdat als gevolg van die keuze er zich in mijn wezen twee tegengestelde soorten wil bevinden. De ene is de oude zelfwil, de wil die ik heb ontwikkelt op basis van het uiterlijke denken zoals ik dat van kinds af aan al gewend ben. Het is een op mezelf gerichte wil, een wil om mezelf goed te doen, en niet zo zeer mijn naaste.
Nu ik echter van de wil tot naastenliefde heb gehoord, door het ware evangelie van liefde, en ik bewust heb gekozen om me die wil eigen te gaan maken, ontstaat er een strijd tussen mijn oude zelfwil, en mijn nieuwe naastenliefde-wil, de wil om mijn naaste goed te doen en niet zo zeer mezelf.
Die strijd tussen beide soorten wil zal alleen in het voordeel van de naastenliefde worden beslist als ik gehoorzaam ben aan het Woord van liefde. Naar mate het me beter lukt om daar gehoorzaam aan te zijn, groeit het aandeel van de wil tot liefde in mijn hart. Het wordt sterker en sterker, en daarmee groeit de liefde Zelf in mijn hart.
Dat is dus de wijze waarop de liefde in je hart komt. Op eigen initiatief en uit vrije keuze gehoorzaam zijn aan de wil tot naastenliefde.
Die strijd tussen beide soorten wil echter kan intens en langdurig zijn.
Als je die strijd aangaat sta je niet alleen.
Want om je daarmee te helpen en je te ondersteunen heeft de Heer erin voorzien dat je een 'aanvangsvorm van gewaarwording' in je hart krijgt vanaf het moment dat je in de liefde Die Hij is gelooft en je die liefde wilt gaan navolgen.
De aanvangsvorm van gewaarwording heet: het liefde-geweten.
Ik gebruik bewust het woord liefde-geweten en niet alleen het woord geweten.
Want er zijn soorten geweten, net zoals er soorten liefde zijn. De verschillende soorten kun je verdelen in twee hoofdgroepen, nl enerzijds de liefde die het belang van de naaste op het oog heeft met het bijbehorende geweten, en anderzijds de liefde die het eigenbelang op het oog heeft en het bijbehorende geweten, oftewel, de naastenliefde-geweten en de zelfliefde-geweten.
Want de zelfliefde roept een ander geweten op dan het geweten behorend bij de naastenliefde. Ik zou dat geweten vanuit zelfliefde een vals geweten willen noemen.
In GEJ1 68 staat:
'... het geweten moet Mij als grondslag hebben, (d.i. de grondslag) van de liefde tot Mij en alle mensen, want dan berust het op de zuivere waarheid.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/68/
Uit die tekst kun je opmaken dat het geweten een verschillende grondslag kan hebben. Als juiste grondslag wordt hier genoemd de liefde tot Jezus en de naastenliefde. Dat noem ik het liefde-geweten, of naastenliefde-geweten.
De liefde tot Hem en de naaste willen beoefenen levert je de bijbehorende gewaarwording van het liefde-geweten op. Die gewaarwording is een aanvangsvorm van liefde-gewaarwording, want ze is nog beperkt tot uitsluitend het elementaire besef of iets goed of kwaad is.
De gewaarwording van je liefde-geweten geeft aan of iets al of niet overeenstemt met de naastenliefde.
Geweten is precies dat, weten.
Dus zonder het weten, instemmen met, en navolgen van, naastenliefde, heb je ook het bijbehorende geweten niet. En zo zijn er velen met wel een soort van geweten, maar niet een zuiver naastenliefde geweten.
Desondanks zorgt de Heer er gelukkig voor dat ook de kleinste spoortjes van besef van liefde, al is het maar ouder - kind liefde uit je kindertijd, worden gebruikt om een in zekere zin primitief liefde-geweten aan te brengen.
Er is een algemeen heersende mening, dat ieder mens sowieso een geweten heeft. Dat is dus wel zo, maar besef goed dat het net is als met de liefde zelf, het is niet gezegd dat het dan ook een naastenliefde-geweten is, het kan ook een zelfzuchtige soort van geweten zijn.
Een waar liefde-geweten volgt alleen op een ware boodschap van liefde, en de oprechte wil om die liefde daadwerkelijk te gaan toepassen in het belang van de naaste.
Wie als gevolg van die vrije wil de bijbehorende gewaarwordingen van het liefde-geweten heeft, die dient daar gehoorzaam aan te zijn.
Aldus wordt de onvermijdelijke strijd tussen de oude zelf-wil en de liefdewil door de gewaarwordingen van je liefde-geweten uit Hem ondersteund.
De gewaarwording van het liefde-geweten is de aanvangsvorm van geestelijke gewaarwordingen.
Er is ook een gevorderde vorm van liefde-gewaarwording, dat is de gewaarwording dat Jezus Zich Zèlf in je bevindt, dat Hij in je spreekt. Hij geeft je in wat te zeggen en wat niet, wat te doen en wat niet, wat te denken en wat niet. Het is alsof er een nieuw verstand, een nieuwe denken en een nieuwe wil in je is geboren.
Dat is een fantastische gewaarwording, eentje waar je ongelooflijk blij van wordt. Alle beloftes die je zoal in het Woord bent tegengekomen gaan in vervulling.
Samenvattend kun je zeggen dat: een geestelijke gewaarwording is:
De Gewaarwording van Jezus, dus God Zelf, in je hart.
Het is een gewaarwording van liefde, zuivere onvoorwaardelijke liefde. De staat waarin je die gewaarwordingen hebt, wordt bereikt nadat je eerst tot geloof komt, het geloof dat Jezus het Woord van liefde is en brengt.
Vervolgens dien je enthousiast te worden voor die boodschap van liefde en dien je de opdracht om Hem en je naaste lief te hebben te willen gehoorzamen. Het gevolg van deze levenshouding zal zijn dat je Hem in je gemoed steeds sterker gewaarwordt waardoor je je één gaat voelen met Hem.
Het voelt zoals het in Johannes staat, waar Jezus bidt:
‘Ik bid U ... voor hen die ... in Mij zullen geloven ... opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, ...’
Johannes 17:20/21
HSV https://www.bible.com/1990/jhn.17.21.hsv
En daarmee ben ik toegekomen aan het derde en laatste deel van deze lezing, en dat is een citaat uit GEJ6, een wat langer citaat eerlijk gezegd, dat hier goed op aansluit.
Zo vond ik als achtjarig jochie in mijn argeloosheid een keer wat aardappels in een aardappelveld. Die nam ik mee en vroeg mijn moeder om er friet van te maken.
Dat gebeurde echter niet. Wat wel gebeurde is dat mijn vader me meenam, me beval mijn spaarpotje te pakken en met hem mee te komen naar de boer, waar ik dit alles moest opbiechten en mijn spaarpot legen.
Dat laatste hoefde gelukkig niet van de boer, maar een dergelijk verhaal verklaart voor een deel waarom ik ook nu nog een enorme invloed van mijn geweten voel.
In het eerste deel spraken we over het geloof.
Aanvankelijk, zo'n 6000 jaar geleden, werd het woord 'geloof' helemaal niet gebruikt. Dat was omdat ze een dermate sterke gewaarwording van Gods liefdevolle aanwezigheid in het eigen hart hadden, dat ze het woord geloof niet van toepassing vonden, het stuitte hen zelfs tegen de borst.
Want als je de gewaarwording van liefde, dus de gewaarwording van God Zelf hebt, waartoe is het dan nog nodig een of ander geloof te hebben. Indien je Hem in jezelf ervaart, dan is dat een zekerheid en is geloof totaal niet meer van toepassing.
Helaas, die in oude tijden voorkomende staat van liefdegewaarwording ging allengs verloren. Je zou kunnen zeggen dat daardoor geloof noodzakelijk werd. Want wie God niet in zichzelf gewaar wordt, die zal het moeten doen met de onzekerheid van geloof.
Gelukkig kun je middels het geloof in de boodschap van liefde, zie het eerste deel van deze lezing, uiteindelijk wel weer tot gewaarwording van de liefde Gods komen.
Wie het onvervalste Woord van liefde hoort en het aanneemt, die begint aan dat proces van het innerlijk doen groeien van de zuivere liefde tot God.
Dat proces vindt zijn voltooing in het vrucht dragen vanuit liefde.
Dat alles kwam in het eerste deel van deze lezing aan bod.
Voor een toenemende gewaarwording van Zijn liefde is dus allereerst een zuiver geloof nodig, dat is geloof in liefde, geloof dat God de liefde Zelf is. Hoe meer liefde in je hart, hoe meer gewaarwording van liefde, dus gewaarwording van Hem je kunt ervaren.
Wat ik onder gewaarwording versta is dit:
Een gewaarwording is net zoiets als een zintuiglijke waarneming, maar dan innerlijk, in je gevoel.
Je uiterlijke zintuigen zoals ogen en oren doen uiterlijke waarnemingen, namelijk zien en horen. In je innerlijk kun je a.h.w. ook zien en horen met je innerlijke zintuigen.
Echter, je innerlijk zelf, dàt kun je niet waarnemen. Net zoals je met je ogen, zonder gebruik van een spiegel, je eigen ogen niet kunt zien, zo is het ook onmogelijk om met je innerlijke waarneming je eigen innerlijk waar te nemen.
Je kunt alleen iets ìn je innerlijk waarnemen.
Wat je daar kunt waarnemen, is de liefde.
Beter gezegd, Wat je in je innerlijk waar kunt nemen zijn de talloze vormen en gestaltes van de uitstraling van liefde. Indien het zuivere liefde is zijn ook de gestaltes en vormen daarmee in overeenstemming. Indien het echter onzuivere, boze liefde is dan zijn dienovereenkomstig ook de vormen en gestaltes die je innerlijk kunt waarnemen bozig en onzuiver.
Om woorden te kunnen geven aan je liefde-gewaarwordingen, zul je er overeenstemmende beelden voor moeten vinden. Die beelden worden gevonden in bestaande uiterlijke waarnemingen, waarnemingen die je met je uiterlijke zintuigen doet.
De uiterlijke beelden, zoals je die met je ogen en oren waarneemt, kun je gebruiken om de innerlijke waarnemingen te formuleren.
Zien en horen gebruik je als overeenstemmend beeld voor een innerlijk verkregen indruk, een opkomend idee of gedachte, zo zacht overigens, dat het in eerste instantie een gedachte van jezelf lijkt te zijn.
En dat het je eigen gedachten lijken te zijn, is niet zo gek, want je bent bezig om van een staat van het ontbreken van innerlijke liefde-gewaarwording, over te gaan in een staat van een heldere liefde-gewaarwordingen.
Dat betekent in de praktijk dat je van een staat waarin je denkt dat je zelf gedachten en ideeën produceert, overgaat naar een staat waarin je gaat beseffen dat gedachten en ideeën van elders kunnen komen, en ook werkelijk van elders blijken te komen.
Dat onderscheid kennen en goed kunnen herkennen neemt tijd.
In GEJ6 79 staat:
'Heer, hoe zal ik voelen en gewaar worden dat u de woorden in mijn mond legt?
Jezus zei: 'Je zult in je hart gedachten waarnemen die zo helder zijn als zuiver gesproken woord, en die zul je dan met je mond zonder moeite uit kunnen spreken. Daarin ligt het geheim van God in het mensenhart.
Mensen die een BDE (Bijna Dood Ervaring) hebben gehad vertellen ook van een stem die ze horen, maar niet letterlijk met hun oren. Het is meer, zeggen ze, een innerlijke uitwisseling van gedachten, net zo duidelijk als het spreken in de dagelijkse omgang met elkaar.
En dat is precies wat ik bedoel.
Gewaarwordingen zijn liefde-gedachten die in je opkomen, waarvan je beseft dat ze niet jouw gedachten zijn. Het kenmerk waaraan je de geestelijke grond van deze gedachten en ideeën in je gewaarwording kunt onderscheiden, is dat het zuivere liefde verkondigt.
Je zult merken dat als je je liefde-gewaarwordingen van woorden wilt voorzien, dat zoiets niet altijd even eenvoudig is. Dat blijkt bijv. uit het feit dat een BDEr zegt moeite te hebben om zijn ervaringen te omschrijven.
Want er zijn eigenlijk geen goede woorden voor te vinden.
Het doet denken aan wat er in de Corinthebrief, en ook in Jesaja 64 staat:
‘... Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben.’
1 Korinthe 2:9 HSV https://www.bible.com/1990/1co.2.9.hsv
En zo ervaar ik het zelf ook.
Wat ik in mezelf aan liefde indrukken gewaar wordt, is door mij niet eerder gehoord en gezien. Ik weet van tevoren ook niet wat ik hier in deze lezing ga zeggen. Het formuleren van de vele vormen die de liefde me toont is iets wat ik heb moeten leren, en nog steeds ben ik er mee bezig.
Zonder overeenstemmende beelden lukt het absoluut niet.
Hoe dan ook, het is zaaks om nu al, nog in je fysieke lichaam, zuivere liefde op te wekken en tot vrucht dragen te brengen. Want dat zal je gewaarwordingen geven die van de Liefde, d.i. van God Zelf, afstammen.
Nu heb ik in deel 1, waar het over geloof ging, al gezegd dat het proces van liefdeontwikkeling zich in je hart voltrekt in een bepaalde volgorde.
Daar moet ik nog wat aan toevoegen.
De liefde in je hart komt daar niet gelijk met de kennis van het Woord van liefde in terecht. Als je dus het Woord van liefde hoort, zit het niet meteen ook in je hart. Kennis is namelijk iets wat alleen in je verstand terecht komt. Indien je het vervolgens aanneemt, dus gelooft en vooral ook navolgt, dan pas komt de liefde in je hart en kan daar, door het beoefenen ervan, gaan groeien.
Kortom, het pure feit dat je weet dat God je volmaakt en onvoorwaardelijk lief heeft, is een zaak van je verstand alleen. Je kunt en zult er misschien wel heel blij van worden, en die blijdschap te weten dat je geliefd bent, voel je ook innerlijk als vreugde.
Dat vreugdegevoel is echter nog niet hetzelfde als dat je Hem, de liefde Zelf, in je hart gewaar wordt. Vreugde is slechts een emotie, een reactie op de kennis dat Hij je onvoorwaardelijk lief heeft.
Ter illustratie, ook Satan weet dat God liefde is, en hij reageert er heel anders op. Hij wordt er juist niet blij van, hij voelt afkeer, dat is zijn emotie. Dat toont aan dat hij de liefde zeker niet in zijn hart heeft, het zit alleen als kennis in zijn verstand.
Kennis van liefde gaat vooraf, en roept emoties op, maar die emoties zijn niet hetzelfde als dat er liefde is in je hart.
Je dient de liefde in je hart op te wekken.
En hoe doe je dat?
Er is maar één manier, gehoorzaamheid.
Er moet me hier even iets van het hart. Ik heb van jongs af aan een behoorlijke hekel aan het woord gehoorzaamheid. Het staat me zelfs een beetje tegen het hier te gebruiken.
Gehoorzaamheid namelijk geeft me het gevoel dat ik niet vrij ben, dat ik me moet richten naar wat ik eigenlijk niet wil, dat er dwang is. En ik heb altijd een sterke behoefte gevoeld om zelf te kunnen bepalen wat ik wel en niet doe.
De gehoorzaamheid die ik hier bedoel is echter van een geheel andere soort dan van buiten komende dwang, want wat ik hier bedoel komt van binnen.
Ik vind de liefde mooi, waardevol en een goed richtsnoer voor mijn leven. Ikzelf wil, van binnenuit, op eigen initiatief en uit vrije wil, gehoorzaam zijn aan de liefde. Niets en niemand dwingt me, het is enkel en alleen mijn eigen vrije wil en keuze.
Desondanks is daaraan gehoorzaam zijn lastig, omdat als gevolg van die keuze er zich in mijn wezen twee tegengestelde soorten wil bevinden. De ene is de oude zelfwil, de wil die ik heb ontwikkelt op basis van het uiterlijke denken zoals ik dat van kinds af aan al gewend ben. Het is een op mezelf gerichte wil, een wil om mezelf goed te doen, en niet zo zeer mijn naaste.
Nu ik echter van de wil tot naastenliefde heb gehoord, door het ware evangelie van liefde, en ik bewust heb gekozen om me die wil eigen te gaan maken, ontstaat er een strijd tussen mijn oude zelfwil, en mijn nieuwe naastenliefde-wil, de wil om mijn naaste goed te doen en niet zo zeer mezelf.
Die strijd tussen beide soorten wil zal alleen in het voordeel van de naastenliefde worden beslist als ik gehoorzaam ben aan het Woord van liefde. Naar mate het me beter lukt om daar gehoorzaam aan te zijn, groeit het aandeel van de wil tot liefde in mijn hart. Het wordt sterker en sterker, en daarmee groeit de liefde Zelf in mijn hart.
Dat is dus de wijze waarop de liefde in je hart komt. Op eigen initiatief en uit vrije keuze gehoorzaam zijn aan de wil tot naastenliefde.
Die strijd tussen beide soorten wil echter kan intens en langdurig zijn.
Als je die strijd aangaat sta je niet alleen.
Want om je daarmee te helpen en je te ondersteunen heeft de Heer erin voorzien dat je een 'aanvangsvorm van gewaarwording' in je hart krijgt vanaf het moment dat je in de liefde Die Hij is gelooft en je die liefde wilt gaan navolgen.
De aanvangsvorm van gewaarwording heet: het liefde-geweten.
Ik gebruik bewust het woord liefde-geweten en niet alleen het woord geweten.
Want er zijn soorten geweten, net zoals er soorten liefde zijn. De verschillende soorten kun je verdelen in twee hoofdgroepen, nl enerzijds de liefde die het belang van de naaste op het oog heeft met het bijbehorende geweten, en anderzijds de liefde die het eigenbelang op het oog heeft en het bijbehorende geweten, oftewel, de naastenliefde-geweten en de zelfliefde-geweten.
Want de zelfliefde roept een ander geweten op dan het geweten behorend bij de naastenliefde. Ik zou dat geweten vanuit zelfliefde een vals geweten willen noemen.
In GEJ1 68 staat:
'... het geweten moet Mij als grondslag hebben, (d.i. de grondslag) van de liefde tot Mij en alle mensen, want dan berust het op de zuivere waarheid.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/68/
Uit die tekst kun je opmaken dat het geweten een verschillende grondslag kan hebben. Als juiste grondslag wordt hier genoemd de liefde tot Jezus en de naastenliefde. Dat noem ik het liefde-geweten, of naastenliefde-geweten.
De liefde tot Hem en de naaste willen beoefenen levert je de bijbehorende gewaarwording van het liefde-geweten op. Die gewaarwording is een aanvangsvorm van liefde-gewaarwording, want ze is nog beperkt tot uitsluitend het elementaire besef of iets goed of kwaad is.
De gewaarwording van je liefde-geweten geeft aan of iets al of niet overeenstemt met de naastenliefde.
Geweten is precies dat, weten.
Dus zonder het weten, instemmen met, en navolgen van, naastenliefde, heb je ook het bijbehorende geweten niet. En zo zijn er velen met wel een soort van geweten, maar niet een zuiver naastenliefde geweten.
Desondanks zorgt de Heer er gelukkig voor dat ook de kleinste spoortjes van besef van liefde, al is het maar ouder - kind liefde uit je kindertijd, worden gebruikt om een in zekere zin primitief liefde-geweten aan te brengen.
Er is een algemeen heersende mening, dat ieder mens sowieso een geweten heeft. Dat is dus wel zo, maar besef goed dat het net is als met de liefde zelf, het is niet gezegd dat het dan ook een naastenliefde-geweten is, het kan ook een zelfzuchtige soort van geweten zijn.
Een waar liefde-geweten volgt alleen op een ware boodschap van liefde, en de oprechte wil om die liefde daadwerkelijk te gaan toepassen in het belang van de naaste.
Wie als gevolg van die vrije wil de bijbehorende gewaarwordingen van het liefde-geweten heeft, die dient daar gehoorzaam aan te zijn.
Aldus wordt de onvermijdelijke strijd tussen de oude zelf-wil en de liefdewil door de gewaarwordingen van je liefde-geweten uit Hem ondersteund.
De gewaarwording van het liefde-geweten is de aanvangsvorm van geestelijke gewaarwordingen.
Er is ook een gevorderde vorm van liefde-gewaarwording, dat is de gewaarwording dat Jezus Zich Zèlf in je bevindt, dat Hij in je spreekt. Hij geeft je in wat te zeggen en wat niet, wat te doen en wat niet, wat te denken en wat niet. Het is alsof er een nieuw verstand, een nieuwe denken en een nieuwe wil in je is geboren.
Dat is een fantastische gewaarwording, eentje waar je ongelooflijk blij van wordt. Alle beloftes die je zoal in het Woord bent tegengekomen gaan in vervulling.
Samenvattend kun je zeggen dat: een geestelijke gewaarwording is:
De Gewaarwording van Jezus, dus God Zelf, in je hart.
Het is een gewaarwording van liefde, zuivere onvoorwaardelijke liefde. De staat waarin je die gewaarwordingen hebt, wordt bereikt nadat je eerst tot geloof komt, het geloof dat Jezus het Woord van liefde is en brengt.
Vervolgens dien je enthousiast te worden voor die boodschap van liefde en dien je de opdracht om Hem en je naaste lief te hebben te willen gehoorzamen. Het gevolg van deze levenshouding zal zijn dat je Hem in je gemoed steeds sterker gewaarwordt waardoor je je één gaat voelen met Hem.
Het voelt zoals het in Johannes staat, waar Jezus bidt:
‘Ik bid U ... voor hen die ... in Mij zullen geloven ... opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, ...’
Johannes 17:20/21
HSV https://www.bible.com/1990/jhn.17.21.hsv
En daarmee ben ik toegekomen aan het derde en laatste deel van deze lezing, en dat is een citaat uit GEJ6, een wat langer citaat eerlijk gezegd, dat hier goed op aansluit.
Deel 3 - citaat uit Groot Evangelie van Johannes
Citaat uit GEJ 6 H87/88
In het eerste deel van deze lezing spraken we over geloof, en in het tweede over gewaarwording. In dit derde deel wil ik een citaat lezen dat daar goed op aansluit. Het staat in een vanuit de hemelen geïnspireerd werk van Jacob Lorber, het Groot Evangelie van Johannes, en wel in deel 6, H87 en 88.
Ik heb het voor de begrijpelijkheid wel enigszins bewerkt. Zo heb ik er hier en daar wat langere bijzinnen verwijderd.
Het citaat is als volgt:
(Hoofdstuk 87 - De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens)
Jezus zei: ...
'Je hebt vast wel meermalen de schepping in haar wezen en werken bestudeerd, en het kan je niet ontgaan zijn dat daarin een zekere orde bestaat, en dat de vormen op zichzelf naar alle kanten bestendig zijn, waardoor je steeds gemakkelijk kunt herkennen wat dit of dat voor een ding is. Zo herken je ook welke uitwerking het een of het ander veroorzaakt, en waarvoor het volgens de vastgestelde werking goed, en dus te gebruiken, is.
Als echter de hele schepping ( ... ) alleen maar het werk van het blinde toeval zou zijn, zouden dan de dingen in de natuur ook naar alle kanten hun huidige bestaansbestendigheid behouden? O zeker niet! Kijk, de wind kun je wel tot de meer blinde krachten rekenen, hoewel slechts ten dele! Heb je ooit wel eens gezien dat hij een bepaalde, blijvende vorm geproduceerd heeft? ( ... ) Kun je je de vorm van een wolk zodanig herinneren, dat je bijvoorbeeld na een paar dagen zou kunnen zeggen: 'Kijk dat is dezelfde wolk die ik al een paar dagen geleden gezien heb!'?! (...) !
Daaraan kun je dus heel gemakkelijk zien dat een blinde kracht nooit ook maar een mosplantje, dat met dezelfde geheel gelijke vorm gedurende vele duizenden jaren steeds terugkeert, tevoorschijn gebracht heeft.
Maar komt het in dat geval niet bij intelligente mensen vanzelf op, dat al het worden, zijn en bestaan, ... door een kracht voortgebracht moet worden ... die zich van zichzelf heel goed bewust moet zijn?
Omdat ( ... ) er een kracht is die, ( ... ) ten grondslag ligt aan al het bestaande, moet deze basis oerkracht toch ook een overeenkomstige naam hebben ( ... ) Wij willen deze oerkracht in het algemeen 'God' noemen. Maar als we eenmaal een God hebben, zullen we verder vragen en zeggen: 'Waar is dan die God, en hoe ziet Hij er uit? Hoe schept Hij de dingen, enz. ...?'
En kijk, als een mens eenmaal zo begint te vragen, dan is hij al op een betere weg! Hij zal alle schepselen meer aandacht geven, en onderzoeken hoeveel goddelijke oerwijsheid zich in hen bevindt. En hoe langer hij zo zal onderzoeken, des te meer goddelijke wijsheid en orde zal hij ook gemakkelijk en snel daarin vinden.
Als hij die gevonden heeft, zal hij in zijn hart ook weldra een gevoel van liefde voor God waarnemen en uit die liefde steeds meer beseffen dat God in Zichzelf met de grootste liefde vervuld moet zijn om met zo'n grote lust en vreugde een ontelbaar aantal dingen en wezens, die niet alleen maar getuigen zijn van Zijn bestaan maar veeleer van Zijn wijsheid, macht en liefde, zo wonderbaarlijk wijs te scheppen.
Als de mens in zulke beschouwingen en bewustwordingen groeit en toeneemt, neemt hij duidelijk ook in de liefde tot God toe en nadert Hem meer en meer; hoe groter en gedegener echter zulke toenaderingen van een mens tot God worden, des te meer van de geest van God verzamelt er zich in zijn hart, waarin daardoor zijn eigen geest gevoed en steeds verder gewekt wordt tot de ware kennis van het eigen innerlijke leven en zijn kracht, verenigd met de kracht van de goddelijke geest in hem.
Heeft een mens het eenmaal zover gebracht, dan bezit hij reeds het levensmeesterschap, en hem ontbreekt alleen nog de volledige éénwording met de goddelijke liefde en wilsgeest. Brengt hij ook dat tot stand, dan is hij een volmaakte levensmeester en tot alles in staat wat Ik nu doe en ook tot grotere dingen.’
(88 - De grondslagen voor de geestelijke vervolmaking. Het wezen van God)
'Hieruit zie je dat zonder het ware en levende geloof in een enige en eeuwig waarachtige God geen mens het levensmeesterschap kan bereiken. Daarom is het vóór alles noodzakelijk in een ware God te geloven; want zolang je niet gelooft dat er een enig ware God is, kun je ook geen liefde voor Hem in je hart laten ontwaken. Zonder die liefde is het echter onmogelijk God te naderen en tenslotte vrijwel volledig één met Hem te worden.
En zonder dat kan van een echt levensmeesterschap net zomin sprake zijn als dat iemand een meester op de harp zou willen zijn zonder daar ooit iets over gehoord en er zelfs nog nooit één gezien te hebben.
Als je echter nog steeds blijft vragen:'Ja, waar is God dan, en hoe ziet Hij er eigenlijk uit?', dan zeg Ik je, dat niemand het eigenlijke goddelijke Wezen kan zien en in leven blijven, -want Het is oneindig en daarom ook alomtegenwoordig, en Het is daarom als iets puur geestelijks ook het binnenste van ieder ding en ieder wezen, dat wil zeggen door de werking van het licht van Zijn machtige wil; in Zichzelf en op Zichzelf is God echter een mens zoals Ik en ook jij, en woont in een ontoegankelijk licht, dat in de wereld der geesten de genadezon genoemd wordt. Deze genadezon is God echter niet Zelf, maar het is de uitstraling van Zijn liefde en wijsheid.
Zoals je de werking van de zon van deze wereld ziet doordat zij overal aanwezig is met haar licht dat voortdurend naar alle mogelijke richtingen uitstraalt, zo werkt ook de overal werkende kracht van de genadezon als een uit haar stromend licht dat in alle wezens scheppend en leven gevend aanwezig is.
Wie nu in staat is veel licht uit de genadezon van de hemelen in het hart van zijn ziel op te vangen, op te nemen en dan door de kracht van de liefde tot God te behouden, vormt in zichzelf een genadezon die in alles volkomen gelijk is aan de oer-genadezon, en het volle bezit van zo'n genadezon is dan net zo veel als het bezit van het enig ware levensmeesterschap.
De helderheid en de lichte rijkdom van deze ware leer zul ook jij echter pas beseffen als je op deze wijze zelf het levensmeesterschap zult bereiken; want nu kun je dat nog niet volledig begrijpen, hoewel je alles wat gezegd werd heel goed in je opgenomen hebt.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/87/
In het eerste deel van deze lezing spraken we over geloof, en in het tweede over gewaarwording. In dit derde deel wil ik een citaat lezen dat daar goed op aansluit. Het staat in een vanuit de hemelen geïnspireerd werk van Jacob Lorber, het Groot Evangelie van Johannes, en wel in deel 6, H87 en 88.
Ik heb het voor de begrijpelijkheid wel enigszins bewerkt. Zo heb ik er hier en daar wat langere bijzinnen verwijderd.
Het citaat is als volgt:
(Hoofdstuk 87 - De innerlijke ontwikkeling van de geestelijke mens)
Jezus zei: ...
'Je hebt vast wel meermalen de schepping in haar wezen en werken bestudeerd, en het kan je niet ontgaan zijn dat daarin een zekere orde bestaat, en dat de vormen op zichzelf naar alle kanten bestendig zijn, waardoor je steeds gemakkelijk kunt herkennen wat dit of dat voor een ding is. Zo herken je ook welke uitwerking het een of het ander veroorzaakt, en waarvoor het volgens de vastgestelde werking goed, en dus te gebruiken, is.
Als echter de hele schepping ( ... ) alleen maar het werk van het blinde toeval zou zijn, zouden dan de dingen in de natuur ook naar alle kanten hun huidige bestaansbestendigheid behouden? O zeker niet! Kijk, de wind kun je wel tot de meer blinde krachten rekenen, hoewel slechts ten dele! Heb je ooit wel eens gezien dat hij een bepaalde, blijvende vorm geproduceerd heeft? ( ... ) Kun je je de vorm van een wolk zodanig herinneren, dat je bijvoorbeeld na een paar dagen zou kunnen zeggen: 'Kijk dat is dezelfde wolk die ik al een paar dagen geleden gezien heb!'?! (...) !
Daaraan kun je dus heel gemakkelijk zien dat een blinde kracht nooit ook maar een mosplantje, dat met dezelfde geheel gelijke vorm gedurende vele duizenden jaren steeds terugkeert, tevoorschijn gebracht heeft.
Maar komt het in dat geval niet bij intelligente mensen vanzelf op, dat al het worden, zijn en bestaan, ... door een kracht voortgebracht moet worden ... die zich van zichzelf heel goed bewust moet zijn?
Omdat ( ... ) er een kracht is die, ( ... ) ten grondslag ligt aan al het bestaande, moet deze basis oerkracht toch ook een overeenkomstige naam hebben ( ... ) Wij willen deze oerkracht in het algemeen 'God' noemen. Maar als we eenmaal een God hebben, zullen we verder vragen en zeggen: 'Waar is dan die God, en hoe ziet Hij er uit? Hoe schept Hij de dingen, enz. ...?'
En kijk, als een mens eenmaal zo begint te vragen, dan is hij al op een betere weg! Hij zal alle schepselen meer aandacht geven, en onderzoeken hoeveel goddelijke oerwijsheid zich in hen bevindt. En hoe langer hij zo zal onderzoeken, des te meer goddelijke wijsheid en orde zal hij ook gemakkelijk en snel daarin vinden.
Als hij die gevonden heeft, zal hij in zijn hart ook weldra een gevoel van liefde voor God waarnemen en uit die liefde steeds meer beseffen dat God in Zichzelf met de grootste liefde vervuld moet zijn om met zo'n grote lust en vreugde een ontelbaar aantal dingen en wezens, die niet alleen maar getuigen zijn van Zijn bestaan maar veeleer van Zijn wijsheid, macht en liefde, zo wonderbaarlijk wijs te scheppen.
Als de mens in zulke beschouwingen en bewustwordingen groeit en toeneemt, neemt hij duidelijk ook in de liefde tot God toe en nadert Hem meer en meer; hoe groter en gedegener echter zulke toenaderingen van een mens tot God worden, des te meer van de geest van God verzamelt er zich in zijn hart, waarin daardoor zijn eigen geest gevoed en steeds verder gewekt wordt tot de ware kennis van het eigen innerlijke leven en zijn kracht, verenigd met de kracht van de goddelijke geest in hem.
Heeft een mens het eenmaal zover gebracht, dan bezit hij reeds het levensmeesterschap, en hem ontbreekt alleen nog de volledige éénwording met de goddelijke liefde en wilsgeest. Brengt hij ook dat tot stand, dan is hij een volmaakte levensmeester en tot alles in staat wat Ik nu doe en ook tot grotere dingen.’
(88 - De grondslagen voor de geestelijke vervolmaking. Het wezen van God)
'Hieruit zie je dat zonder het ware en levende geloof in een enige en eeuwig waarachtige God geen mens het levensmeesterschap kan bereiken. Daarom is het vóór alles noodzakelijk in een ware God te geloven; want zolang je niet gelooft dat er een enig ware God is, kun je ook geen liefde voor Hem in je hart laten ontwaken. Zonder die liefde is het echter onmogelijk God te naderen en tenslotte vrijwel volledig één met Hem te worden.
En zonder dat kan van een echt levensmeesterschap net zomin sprake zijn als dat iemand een meester op de harp zou willen zijn zonder daar ooit iets over gehoord en er zelfs nog nooit één gezien te hebben.
Als je echter nog steeds blijft vragen:'Ja, waar is God dan, en hoe ziet Hij er eigenlijk uit?', dan zeg Ik je, dat niemand het eigenlijke goddelijke Wezen kan zien en in leven blijven, -want Het is oneindig en daarom ook alomtegenwoordig, en Het is daarom als iets puur geestelijks ook het binnenste van ieder ding en ieder wezen, dat wil zeggen door de werking van het licht van Zijn machtige wil; in Zichzelf en op Zichzelf is God echter een mens zoals Ik en ook jij, en woont in een ontoegankelijk licht, dat in de wereld der geesten de genadezon genoemd wordt. Deze genadezon is God echter niet Zelf, maar het is de uitstraling van Zijn liefde en wijsheid.
Zoals je de werking van de zon van deze wereld ziet doordat zij overal aanwezig is met haar licht dat voortdurend naar alle mogelijke richtingen uitstraalt, zo werkt ook de overal werkende kracht van de genadezon als een uit haar stromend licht dat in alle wezens scheppend en leven gevend aanwezig is.
Wie nu in staat is veel licht uit de genadezon van de hemelen in het hart van zijn ziel op te vangen, op te nemen en dan door de kracht van de liefde tot God te behouden, vormt in zichzelf een genadezon die in alles volkomen gelijk is aan de oer-genadezon, en het volle bezit van zo'n genadezon is dan net zo veel als het bezit van het enig ware levensmeesterschap.
De helderheid en de lichte rijkdom van deze ware leer zul ook jij echter pas beseffen als je op deze wijze zelf het levensmeesterschap zult bereiken; want nu kun je dat nog niet volledig begrijpen, hoewel je alles wat gezegd werd heel goed in je opgenomen hebt.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/87/
Extra citaten
GEJ6 158
'Het lichaam van de mens zal eeuwig nooit ontdekken wat er allemaal in de mens verborgen ligt, want het heeft geen oog om te zien wat er innerlijk in hem is. Maar alleen de geest, die zich in het innerlijk van de mens bevindt, ziet en weet alles wat er in de mens is. Laat daarom ieder naar de ware wedergeboorte van de geest streven; want zonder die wedergeboorte kan niemand het rijk van God binnengaan.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/158/
GEJ6 163
'Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven'.
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/163/
GEJ1 155
[9] 'Als echter, zoals bij jou, eerst het verstand het juiste inzicht verkregen heeft, dan blijft de ziel vrij en haalt uit de kennis van het verstand altijd alleen maar zoveel, als ze verdragen en verteren kan.
[10] En zo vormt zich uit een goed ontwikkeld verstand een waar, vol, levend geloof, waardoor de geest in de ziel een juiste voeding krijgt en daardoor steeds sterker en machtiger wordt, -wat een mens meteen kan waarnemen, als zijn liefde tot Mij en tot de naaste steeds sterker en machtiger wordt.
[11] Maar, zoals reeds aangeduid, daar bij de mens het verstand vaak helemaal niet ontwikkeld is en de mens slechts het geloof heeft, dat in zekere zin op zichzelf slechts gehoorzaamheid van het hart en zijn wil is, daarom moet de mens heel voorzichtig behandeld worden opdat hij niet ten prooi valt aan waandenkbeelden of op de verschrikkelijkste zijwegen terecht komt, zoals dit bij alle heidenen en ook in deze tijd bij zeer velen maar al te duidelijk de treurige waarheid is.
[12] En nu zul je wel zonder moeite inzien waarom Ik je zo-even van de rots afriep, waar je de mensen wilde onthullen wie Ik ben. Daarom moet de ene blinde nooit de andere leiden, maar dat moet iemand doen die door zijn goede verstand scherp kan zien, - omdat ze anders beiden in de afgrond storten.
[13] Ik zeg je, wees in alles ijverig en verzamel van alle dingen de juiste kennis! Onderzoek alles wat je tegenkomt, en behoud daarvan wat goed en waar is, dan zal het gemakkelijk voor je zijn om de waarheid te vinden en het voorheen dode geloof weer levend te maken en het te doen groeien tot een waar levenslicht.
[14] Tegen jou zeg Ik en daardoor tegen allen: Als je voor je leven echt nut van Mijn leer wilt hebben, dan moet je haar eerst begrijpen en dan pas volgens waarheid daarnaar handelen'.
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/155/
Emanuel Swedenborg
Hemelse Verborgenheden
73. Wanneer de mens van dood geestelijk is geworden, wordt hij van geestelijk hemels, waarover nu gehandeld wordt; vers 1. (Van Genesis 2e hoofdstuk - JW)
74. De hemelse mens is de zevende dag, waarop de Heer rust; vers 2, 3.
75. Hetgeen behoort tot zijn weten en rede wordt beschreven door struik en kruid uit den aardbodem, door damp besproeid; vers 5, 6.
76. Zijn leven door het inblazen van de ziel der levens; vers 7.
77. Daarna zijn inzicht door den hof in Eden tegen het Oosten, waarin het geboomte, begeerlijk voor het gezicht, de innerlijke gewaarwordingen van het ware zijn, en het geboomte, goed tot spijze, de innerlijke gewaarwordingen van het goede; de liefde door den boom der levens, het geloof door den boom der kennis; vers 8, 9.
78. De wijsheid door de rivier in den hof; van daaruit vier rivieren, waarvan de eerste het goede en het ware is; de tweede de erkentenis van alles, wat tot het goede en ware, of tot de liefde en het geloof behoort: deze zijn van den innerlijken mens. De derde is de rede, de vierde de kennis: deze zijn van den uiterlijken mens. Uit wijsheid komen zij alle voort, en deze ontspringt aan de liefde tot en het geloof in den Heer; vers 10, 11, 12, 13, 14.
79. De hemelse mens is zulk een hof; maar omdat deze des Heeren is, wordt hem wel toegestaan van al die dingen te genieten, maar niet om ze als het zijne te bezitten; vers 15.
80. Hij mag uit elke innerlijke gewaarwording van den Heer weten, wat goed en waar is; doch niet uit zichzelf en de wereld, evenmin de verborgenheden van het geloof navorsen door het zinnelijke en wetenschappelijke, waardoor het hemelse van hem sterft; vers 16, 17.
https://www.swedenborgbibliotheek.nl/?downloadWork=248&page=51
Hemelse verborgenheden 1150
'In de naastenliefde of de liefde jegens den naaste is de Heer tegenwoordig'
GEJ6 158
'Het lichaam van de mens zal eeuwig nooit ontdekken wat er allemaal in de mens verborgen ligt, want het heeft geen oog om te zien wat er innerlijk in hem is. Maar alleen de geest, die zich in het innerlijk van de mens bevindt, ziet en weet alles wat er in de mens is. Laat daarom ieder naar de ware wedergeboorte van de geest streven; want zonder die wedergeboorte kan niemand het rijk van God binnengaan.'
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/158/
GEJ6 163
'Het is niet genoeg dat iemand gelooft dat Ik Christus, de Gezalfde van God ben, maar hij moet ook doen wat Ik geleerd heb, anders heeft zijn geloof geen zin; want zonder de werken is het grootste geloof dood en geeft aan geen enkele ziel het eeuwige leven'.
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/6/163/
GEJ1 155
[9] 'Als echter, zoals bij jou, eerst het verstand het juiste inzicht verkregen heeft, dan blijft de ziel vrij en haalt uit de kennis van het verstand altijd alleen maar zoveel, als ze verdragen en verteren kan.
[10] En zo vormt zich uit een goed ontwikkeld verstand een waar, vol, levend geloof, waardoor de geest in de ziel een juiste voeding krijgt en daardoor steeds sterker en machtiger wordt, -wat een mens meteen kan waarnemen, als zijn liefde tot Mij en tot de naaste steeds sterker en machtiger wordt.
[11] Maar, zoals reeds aangeduid, daar bij de mens het verstand vaak helemaal niet ontwikkeld is en de mens slechts het geloof heeft, dat in zekere zin op zichzelf slechts gehoorzaamheid van het hart en zijn wil is, daarom moet de mens heel voorzichtig behandeld worden opdat hij niet ten prooi valt aan waandenkbeelden of op de verschrikkelijkste zijwegen terecht komt, zoals dit bij alle heidenen en ook in deze tijd bij zeer velen maar al te duidelijk de treurige waarheid is.
[12] En nu zul je wel zonder moeite inzien waarom Ik je zo-even van de rots afriep, waar je de mensen wilde onthullen wie Ik ben. Daarom moet de ene blinde nooit de andere leiden, maar dat moet iemand doen die door zijn goede verstand scherp kan zien, - omdat ze anders beiden in de afgrond storten.
[13] Ik zeg je, wees in alles ijverig en verzamel van alle dingen de juiste kennis! Onderzoek alles wat je tegenkomt, en behoud daarvan wat goed en waar is, dan zal het gemakkelijk voor je zijn om de waarheid te vinden en het voorheen dode geloof weer levend te maken en het te doen groeien tot een waar levenslicht.
[14] Tegen jou zeg Ik en daardoor tegen allen: Als je voor je leven echt nut van Mijn leer wilt hebben, dan moet je haar eerst begrijpen en dan pas volgens waarheid daarnaar handelen'.
https://www.nieuweopenbaring.nl/boeken-lezen/1/155/
Emanuel Swedenborg
Hemelse Verborgenheden
73. Wanneer de mens van dood geestelijk is geworden, wordt hij van geestelijk hemels, waarover nu gehandeld wordt; vers 1. (Van Genesis 2e hoofdstuk - JW)
74. De hemelse mens is de zevende dag, waarop de Heer rust; vers 2, 3.
75. Hetgeen behoort tot zijn weten en rede wordt beschreven door struik en kruid uit den aardbodem, door damp besproeid; vers 5, 6.
76. Zijn leven door het inblazen van de ziel der levens; vers 7.
77. Daarna zijn inzicht door den hof in Eden tegen het Oosten, waarin het geboomte, begeerlijk voor het gezicht, de innerlijke gewaarwordingen van het ware zijn, en het geboomte, goed tot spijze, de innerlijke gewaarwordingen van het goede; de liefde door den boom der levens, het geloof door den boom der kennis; vers 8, 9.
78. De wijsheid door de rivier in den hof; van daaruit vier rivieren, waarvan de eerste het goede en het ware is; de tweede de erkentenis van alles, wat tot het goede en ware, of tot de liefde en het geloof behoort: deze zijn van den innerlijken mens. De derde is de rede, de vierde de kennis: deze zijn van den uiterlijken mens. Uit wijsheid komen zij alle voort, en deze ontspringt aan de liefde tot en het geloof in den Heer; vers 10, 11, 12, 13, 14.
79. De hemelse mens is zulk een hof; maar omdat deze des Heeren is, wordt hem wel toegestaan van al die dingen te genieten, maar niet om ze als het zijne te bezitten; vers 15.
80. Hij mag uit elke innerlijke gewaarwording van den Heer weten, wat goed en waar is; doch niet uit zichzelf en de wereld, evenmin de verborgenheden van het geloof navorsen door het zinnelijke en wetenschappelijke, waardoor het hemelse van hem sterft; vers 16, 17.
https://www.swedenborgbibliotheek.nl/?downloadWork=248&page=51
Hemelse verborgenheden 1150
'In de naastenliefde of de liefde jegens den naaste is de Heer tegenwoordig'