Lezingen voor het kerkelijk jaar 2020
Deel 3 van de de lezingen van het kerkelijk jaar 2020
Veertig dagen en Paasnacht
Index
Veertig dagen en Paasnacht
Index
Aswoensdag
1e Zondag van veertig dagen
2e Zondag van veertig dagen
3e Zondag van veertig dagen
4e zondag van veertig dagen
5e zondag van veertig dagen
6e zondag van veertig dagen
Witte donderdag
Goede vrijdag
Paasnacht
1e Zondag van veertig dagen
2e Zondag van veertig dagen
3e Zondag van veertig dagen
4e zondag van veertig dagen
5e zondag van veertig dagen
6e zondag van veertig dagen
Witte donderdag
Goede vrijdag
Paasnacht
Aswoensdag
Joël 2,12-19
Psalm 57
2 Korintiërs 5,20-6,10
Matteüs 6,1-6.16-21
‘Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.’
Joël 2:12 SV1750
https://www.bible.com/165/jol.2.12.sv1750
‘(57:3) Ik zal roepen tot God, den Allerhoogste, tot God, Die het aan mij voleinden zal.’
Psalmen 57:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.57.2.sv1750
‘En wij, als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben. Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik u geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid!’
2 Corinthiërs 6:1-2 SV1750
https://www.bible.com/165/2co.6.1-2.sv1750
‘Maar gij, als gij vast, zalft uw hoofd, en wast uw aangezicht;’
Mattheüs 6:17 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.6.17.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn lieve kinderen,
Zie, vasten is het zich onthouden van boosheden. Dat is het eerste voordat jullie je in de liefde, in Mijn liefde zullen kunnen verheugen. Zo lang jullie nog boosheden aankleven kan de liefde zich niet openbaren.
Ik ben die liefde, Ik openbaar Mij als ware onzelfzuchtige liefde. En zie, onzelfzuchtig dienen jullie ook te zijn willen jullie deel krijgen aan Mijn rijk van liefde. Dat is de bekering die Ik bedoel, nl dat jullie je afkeren van boosheden en van de vervalsingen van Mijn Woord.
Want het zich onthouden van voedsel of drank is slechts fysiek vasten, maar dat bedoel Ik niet. Ik ben geest, ik bedoel dan ook het vasten door af te zien van boosheden, en dat altijd en niet slechts 40 aardse dagen per jaar. Veertig duidt op een volheid, vandaar totaal afzien van boosheden.
Wie zich van voedsel en drank onthoudt, en verder gewoon even boos en vals het leven leidt als op andere dagen, die vast in het geheel niet. Die zal er ook behoefte aan hebben dat vooral anderen opmerken hoe trouw er tijdelijk wordt gevast, dat anderen zien hoe vroom men zich gedraagt.
Het zich onthouden van boosheden vindt innerlijk in het hart plaats, en daar zie Ik met name hoe jullie op de juiste wijze vasten. Het hoofd zalven wil zeggen dat jullie in jullie denken een verwijdering van het valse en boze doorvoeren, en wel doordat jullie beseffen (zalven) wat het boze is en dat weg doen. Het boze is het zelfzuchtige, het heerszuchtige, het genotzuchtige, want dat is geen deemoedige dienende liefde.
Zo ook het wassen van het aangezicht. Doe weg het vuil van boze daden en valse woorden. Dat is het ware vasten. Mijn genade die nu tot jullie komt door het Woord van liefde, is jullie zaligheid en zal niet vergeefs zijn indien jullie het navolgen, het veertig dagen vasten op ware wijze. Hoe aangenaam is Mijn liefde voor hem die het hoort, begrijpt en navolgt.
Alzo zal Ik het aan jullie voleinden, Ik de liefde Die de Allerhoogste dwz meest wezenlijke en waardevolste hulp ben voor jullie verwarde gemoed.
Hoor, wie gewoon dagelijks bescheiden eet, drinkt en met een opgewekt gemoed zijn werken van liefde doet, die vast op de juiste wijze en is daardoor zelf een medearbeider geworden. Elk liefde-werk is als een gebed dat Ik zal verhoren, opdat Mijn liefde-werk in jullie als Mijn genade niet vergeefs zal worden ontvangen.
Begrijpen jullie het?
Vasten is het zich onthouden van het boze van de zelfzucht en daarvoor in de plaats met jullie ganse hart het goede van naastenliefde doen. Het geween en rouwklagen is het hartgrondig betreuren van het boze en valse dat jullie leven heeft beheerst. Het boze is de zelfzucht en de 'ik-gerichtheid', en het valse is het 'goed-praten' ervan.
Hoor, Ik heb jullie lief. Volg Mij na opdat Ik, de liefde, het in jullie zal voleinden.
Amen.'
1e Zondag van veertig dagen
Genesis 2,15-3,9
Psalm 51
(Psalm 32)
Romeinen 5,12-21
Matteüs 4,1-11
‘Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren.’
Genesis 2:15 SV1750
https://www.bible.com/165/gen.2.15.sv1750
‘(51:4) Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.’
Psalmen 51:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.51.2.sv1750
‘Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.’
Psalmen 32:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.32.2.sv1750
‘Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus.’
Romeinen 5:17 SV1750
https://www.bible.com/165/rom.5.17.sv1750
‘Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste. En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden. Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels; En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot. Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid; En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel van Hem af; en ziet, de engelen zijn toegekomen, en dienden Hem.’
Mattheüs 4:1-11 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.4.1-11.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
Mijn kinderen,
En zie, Mijn Woord is in gelijkenissen, metaforen en in 'met het geestelijke overeenstemmende beelden' beschreven. Hoewel de woorden ook wel in natuurlijke zin hun waarheid bevatten, en Ik b.v tijdens Mijn lichamelijk bestaan in Jezus ook wel in de woestijn verbleef, geeft Mijn Woord in eerste instantie altijd een geestelijke waarheid aan.
Die overeenstemmende beelden en gelijkenissen staan niet alleen in de boeken van de evangelisten, maar met name ook in het OT. Want wie Mijn Woord wil lezen en begrijpen naar de natuurlijke betekenis, die stuit op tegenstellingen, of ronduit op dwaasheden.
Zie, Ik zette de mens in een hof van Eden om die te bebouwen en bewaren. Op natuurlijke wijze begrepen is het vreemd dat de mens die hof nog moest bebouwen en bewaren. Ik had het best wel volmaakt kunnen afleveren. Het is echter een geestelijk beeld en betekent dat de mens een gemoed (hof) met allerlei vermogens heeft gekregen zoals verstand en vrije wil, en dat hij daarmee een bewustzijn van het goede en ware van liefde dient op te bouwen.
Dat advies blijkt echter nog niet zo maar te worden nagevolgd. De wil is volledig vrij, en dus kan er ook zo maar een bewustzijn van zinnelijkheid worden opgebouwd en wordt daarmee het bewustzijn van liefde verlaten (uit de hof gedreven).
Het zinnelijke is genotzucht, en leidt tot heerszucht en zelfzucht. Een dergelijk bewustzijn is wat in Mijn Woord ongerechtigheid en zonde wordt genoemd. Want ongerecht is het verstand dat de liefde vervalst en zelfzucht goed praat, en zondig is de wil die de liefde zelfzuchtig ten eigen bate inzet.
Dit 'ene zinnelijke bewustzijn' brengt de geestelijke dood in de mens. Het Ene geestelijke bewustzijn van liefde, van Mij, echter brengt leven. Dat is de gave van ware liefde, dat is geestelijk gezien ware gerechtigheid. Dat ben Ik, de Heere. Ik heers door liefde en liefde rekent niet alleen ongerechtigheid niet toe, nee, Ik genees het zodat het ware geestelijke leven in de mens terugkeert.
Elke keer dat Ik in het Woord iemand genees is dat een beeld van een ongerechtigheid in het valse bewustzijn die Ik door liefde in het hart op te wekken genees. Laat daarom in jullie hart die liefde wekken, nu, door Mij, door Mijn Woord. Door liefde in je hart te doen opstaan wek je Mij in jezelf.
Dat is het beeld van veertig dagen lang vasten, dwz Mijn liefde als dood in je hart te betreuren, wat wil zeggen dat jullie liefde-geest als dood in de boeien van het valse bewustzijn van ongerechtigheid vast blijft zitten. Wiens geest in Mijn liefde ontwaakt, die kent geen bedrog van wereldse overwegingen meer. Dan heerst de Heere, Ik, de liefde in jullie hart.
Laat je niet in 'de woestijn van gebrek aan liefde' wegleiden door valse wereldse gedachten en ideeën, laat je niet meeslepen door zelfzucht, genot en hoogmoed. Want zie, jullie vlees prikkelt en verzoekt je om van de doodse wereldwijsheden te denken dat ze nuttig zijn, er a.h.w. brood voor jullie verstand van te maken en ervan te eten, om je wereldse verstand hoger te achten dan het Woord van liefde, en om je te onderwerpen aan zelfzuchtig genot.
Kortom, laat je niet verzoeken door de duivel van je eigen hoogmoed, wellust en begeerte. Want Ik, de liefde in je hart, heb door Mijn voorbeeld in het vlees laten zien hoe je op al die vernuftige verleidingen zult reageren.
Zeg tegen het wereldse verstand dat de (geestelijke) mens vooral leeft van het Woord van liefde, het Woord dat uit Mijn mond uitgaat. Zeg tegen de neiging om het wereldse redeneren hoger te achten dan Mijn liefde-Woord (op de tinne des tempels), dat jullie beseffen dat de ware Liefde waardevoller is dan al het wereldse (God niet verzoeken).
En indien je de verleiding tot genot voelt trekken kies er dan voor de liefde daadwerkelijk te volgen. Daarmee zullen de duivelse ongerechtigheden van de begeerte van jullie vlees van jullie aflaten en zullen de waarheden en goedheden van Mijn Liefde-Woord (engelen) jullie verstand en wil dienstbaar ondersteunen.
Zie, zo wast Mijn liefde jullie van de ongerechtigheid van het niet in liefde te denken, en worden jullie door Mijn liefde gereinigd van de zonde van het niet in liefde te willen handelen.
Volg Mij na!
Amen.'
2e Zondag van veertig dagen
Exodus 24,12-18
Psalm 33,12-22
Filippenzen 3,7-14
Matteüs 17,1-9
‘Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt.’
Exodus 24:15 SV1750
https://www.bible.com/165/exo.24.15.sv1750
‘Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.’
Psalmen 33:15 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.33.15.sv1750
‘Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.’
Filippenzen 3:11 SV1750
https://www.bible.com/165/php.3.11.sv1750
‘En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen. En als zij van den berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.’
Mattheüs 17:1-9 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.17.1-9.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn lieve kinderen,
Zie, wiens ogen geopend zijn die ziet en herkent in elke tekst Mijn Woord van liefde. Ook een eenvoudige zin als dat Ik na zes dagen Petrus, Jakobus en Johannes op een hoge berg breng. Alles is een overeenstemmend beeld, en dit beeld stemt overeen met het volgende:
'Na zes dagen nam Jezus ...’. Tijd in het Woord duidt altijd op een staat van van liefde-zijn. Het gaat hier om de staat van liefde die de mens als zesde fase bereikt. (Zie uitleg van de lezing van 8e kerstdag - uitg.) Zoals zeven een volmaaktheid aanduidt, zo geeft zes een onvolmaaktheid aan.
'Petrus, Jakobus en Johannes'. Deze drie duiden op de drie vermogens die door Mij, Mijn liefde, worden meegenomen naar een hoger plan. Het zijn de vermogens van het denken, willen en gewaarworden. Het 'Mijn liefde denken', het 'Mijn liefde willen' en het 'Mijn liefde gewaarworden' brengt het menselijk bewustzijn vanuit zijn natuurlijke naar het geestelijk hemelse.
'Op een hogen berg alleen'. Dat is het toegenomen, dus hogere besef van Mij, van Mijn liefde, Mijn Woord. Dat hogere besef is in deze drie vermogens waar te nemen. En dat is dan ook het moment dat Ik, Mijn Woord, in een stralend licht verschijn en Mijn gedaante, het beeld dat de mens van Mij had, verandert. Mijn klederen, d.i. Mijn wijsheid wordt wit lichtend zichtbaar.
Oh, hoezeer gun Ik het jullie dat jullie Mij in dat zelfde stralende licht van liefde gaan zien.
Mijn knecht Paulus zegt vanuit deze gedachte dat hij tot 'de wederopstanding der doden' moge komen. Wat is er dood en dient weder op te staan? Dat is de liefde die jullie oorspronkelijk is gegeven. Dat ben Ik, de Liefde Zelf. Ik dien in jullie op te staan. Als dat na drie dagen (niet letterlijk dus - uitg.) in jullie gebeurd, dan zullen ook jullie deel hebben aan die wederopstanding.
Zie, tot Ik, de liefde, in jullie hart wordt opgenomen, kunnen jullie wel Mijn Woord lezen en ijverig studeren, maar toch zullen jullie de berg die Mozes, d.i. jullie natuurlijke verstand, heeft beklommen, in wolken en nevelen gehuld zien. Jullie zullen Mijn Woord als een in steen gebeitelde wet ontvangen dwz als dwang ervaren.
Ja, het is waar, de mens dient eerst Mijn Woord te horen. Dat gaat vooraf, dat is de eerste dag. Mijn Woord is liefde. Nogmaals, Mijn Woord spreekt liefde. Elke tekst in de geschriften getuigd van Mij, Mijn liefde. Ik leg hier voor jullie uit hoe de teksten dienen gelezen en begrepen te worden. Blijf niet vastzitten in de stenen wet met een in dichte wolken gehuld inzicht.
Ik wil jullie meenemen de berg op en in een helder wit licht stralend voor jullie staan. Ik, de Liefde Zelf. Neem Mij aan opdat Ik jullie eigen innerlijke Petrus, Jakobus en Johannes laat zien dat Ik liefde ben.
Zie, Ik spreek vanuit Mijn liefde dit Woord: 'Mijn Woord is uit Mij, als een Zoon kom Ik, het Woord, voort uit Mijn liefde, de Vader'. Dat is de hemelse boodschap die jullie boven op de berg van inzicht, gewaarwording en vrije wil krijgen te horen. Dat zou jullie werkelijk met ontzag (vrees) moeten vervullen, zodat jullie diep geraakt en a.h.w. verstomt ineens doorzien hoe beperkt jullie begrip van Mij is geweest. (Vielen op hun aangezicht en werden zeer bevreesd).
Jullie leven nog in jullie lichaam, en dus wordt het gelukzalige inzicht dat Ik liefde ben nog wel eens met jullie natuurlijke materiële redenaties en bezwaren bestookt. Dat wordt bedoeld met dat de de drie 'niemand zagen dan alleen Jezus'. Het ware begrip van Mijn werkelijke Wezen is nog niet blijvend en zal nog door twijfel worden belaagd.
Jullie zullen het dan ook pas echt begrijpen als Ik, de liefde, in jullie uit de dood ben opgestaan. Dat wordt bedoeld met 'zegt niemand iets totdat Ik zal opgestaan zijn uit den doden' nl dat het ware begrip van Mij en Mijn liefde eerst bij de wedergeboorte tot stand komt, en tot die tijd zegt het in verhouding zo goed als niets.
Zo zal Ik, de liefde, jullie hart formeren en Mijn liefde zal zichtbaar worden in jullie werken.
Amen.'
3e Zondag van veertig dagen
Exodus 17,1-7
Psalm 95
1 Korintiërs 10,1-13
Johannes 4,5-26(42)
‘Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israel.’
Exodus 17:6 SV1750 https://www.bible.com/165/exo.17.6.sv1750
‘Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.’
Psalmen 95:1 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.95.1.sv1750
‘En allen denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus.’
1 Corinthiërs 10:4 SV1750 https://www.bible.com/165/1co.10.4.sv1750
‘Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij de gave Gods kendet, en Wie Hij is, Die tot u zegt: Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u levend water gegeven hebben.’
Johannes 4:10 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.4.10.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn kinderen,
Alles, elk woord, elke zin bevat een geestelijk beeld. De wereldse woorden zijn een zeer zwak oplichtende beeld, de woorden uit de schrijft zijn een sterk oplichtend beeld, als een stralende zon in heldere hemel. Zo zijn bovengenoemde teksten ook een beeld van geestelijke waarheden.
Weet wel dat Ik oneindig ben en dat Ik de geestelijke zowel als de natuurlijke wereld geschapen heb. Mijn oneindigheid is dan ook in alles aanwezig en met name in de de geestelijke wereld. Dat heeft tot gevolg dat elk woord en elke tekst een veelvoud, een oneindigheid aan betekenissen heeft, anders was het niet Mijn Woord.
Desondanks ben Ik Één en niet een veelvoud. De eenheid in het Woord spreekt uit de liefde die Ik ben. Ook jullie geven aan jullie liefde op velerlei wijze gestalte, en jullie hebben dus ook oneindig veel manieren om dat ene, de liefde, uit te drukken. Aldus ben Ik Één in Liefde, en in toch ben Ik oneindig in de vele betekenissen van het Woord van liefde.
Er is hier sprake van een rots, een rotssteen. De betekenis van rotssteen is het sterke geloof dat voorkomt uit de liefde. Het is dan ook in wezen de leer die Ik ben, de leer van liefde. Die rots wordt als een bron van inzichten en wijsheden vanuit een hart dat daadwerkelijk die liefde doet.
Mijn leer van liefde is als een rots, standvastig en tot stut en steun voor allen. Het geloof daaruit is als water, levend water. Water lest dorst en gaat over in lichaamssappen zoals bloed en komt zo in het hart waar het wordt rondgepompt om het lichaam te voeden.
Mijn net als water opgenomen Woord vormt zich in de mens tot het bloed van het Ware dat het hart van de gelovige met het goede van liefde vult. En dat goede brengt in de gelovige nieuwe ware inzichten voort. De liefde in het hart is als een bron van waar leven, opborrelend met ware inzichten en wijsheid, geestelijk leven brengend.
De vrouw bij de bron is beeld van de bereidwilligheid die naar Mij, de Bron Zelf toekomt. Ze komt daar water putten, zie, zo dient ook elk mens bij Mij, uit Mijn leer van liefde, het Water van geloof en deemoed te putten. Wie dat geloof in zich opneemt, wie het blijmoedig in daden van liefde navolgt, die ontdekt dat Ik, de liefde Zelf in zijn hart woning heb genomen, zoals Ik ook bij deze vrouw woning nam en daar twee dagen bleef.
Door Mij, de leer van liefde, in jullie hart op te nemen zal het levende water van geestelijk begrip en inzicht in jullie hart opborrelen. Drink Mijn liefdeleer in, neem het blij in jullie harten op, en volg het na, dat is het vrolijk zingend navolgen van de rotssteen van jullie heil.
Amen.'
4e zondag van veertig dagen
1 Samuël 16,1-13
Psalm 23
Efeziërs 5,8-14
Johannes 9,1-13(14-25)26-39
‘En het geschiedde, toen zij inkwamen, zo zag hij Eliab aan, en dacht: Zekerlijk, is deze voor den HEERE, Zijn gezalfde. Doch de HEERE zeide tot Samuel: Zie zijn gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.’
1 Samuël 16:6-7 SV1750 https://www.bible.com/165/1sa.16.6-7.sv1750
‘Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.’
1 Samuël 16:12 SV1750 https://www.bible.com/165/1sa.16.12.sv1750
‘Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.’
Psalmen 23:4 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.23.4.sv1750
‘Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. (Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid),’
Efeziërs 5:8-9 SV1750 https://www.bible.com/165/eph.5.8-9.sv1750
‘Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.’
Johannes 9:4-5 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.9.4-5.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn kinderen,
Zie, Ik zie het hart aan, Ik zie wat daarin is. Ik let niet op uiterlijkheden, en in jullie daden zie Ik in hoeverre daar de liefde uit het hart in is. Uiterlijke schijn is de wereld. De schijn van de wereld is noodzakelijk opdat jullie onderscheid zullen leren maken tussen wat werkelijk is, nl Mijn liefde, en wat bedrieglijk en misleidend is, nl de wereld.
Bedrieglijk is de wereld omdat ze lijkt te zijn wat ze niet is. Velen lopen haar na en willen haar. Ik, Mijn liefde, wordt daarmee verlaten want overspelig loopt men een ander na. Misleidend is alle wereldse grootspraak die zichzelf wijsheid en goedheid toedicht, maar in werkelijkheid juist dwaas en kwaadaardig alleen zichzelf tracht te verhogen ten koste van Mijn leer van liefde.
En toch is ze nodig opdat jullie onderscheid leren maken. Want hoe zullen jullie het goede van liefde als de 'koning' van jullie hart zalven, indien jullie niet andere mogelijkheden als keuze krijgen aangeboden? Hoe zullen jullie de ware David van Mijn Woord, waar Mijn Geest van Liefde op rust, herkennen als het geestelijk grootste goed, als de wereld en haar oppervlakkige voortbrengselen zich niet verleidelijk aan jullie voordoet?
Ik spreek, als in Samuel, door Mijn Woord in jullie gemoed en geef jullie aan dat de wereld met haar verstandskinderen niet de juiste is om tot koning te zalven. Beter gaan jullie tot Degene die in de wereld als de Kleinste wordt gezien, die de schapen hoedt, dwz de vruchten van deemoed en zachtmoedigheid hoedt, de Liefde. Want schoon van uiterlijk ben Ik.
Ik, de liefde, heb MijZelf in Mijn Woord van liefde onder de mensen gezonden. Ik, de liefde Zelf, ben ik het menselijke op de aarde nedergedaald en werd niet herkend, werd verworpen en in het geheel niet tot Koning gezalfd, al gaf een vrouw Mij wel een zalving van Mijn voeten, waarmee wordt aangegeven dat Ik de werkelijke Koning ben door en uit Mijn zachtmoedige deemoed.
Ik, de liefde, ben genoemde Kleinste die jullie geloof tot koning zal zalven. Ik, in Mijn Woord, zal werken zolang het dag is, dwz zo lang Ik wordt gehoord, begrepen en opgenomen. Als Ik echter niet wordt begrepen, niet wordt gehoord zelfs, hoe zal Ik dan ooit in een dergelijk duister hart kunnen werken.
Want het besef van de waarheid van Mijn Woord (stok), en van de goedheid van Mijn liefde (staf) zal jullie vertroostend leiden door alle duistere verleidingen die de wereld en jullie vlees je doet ondergaan. Vrees niet dat jullie zullen ondergaan in het wereldse dat in vloedgolven over het menselijk denken heen spoelt, want Ik, de liefde in jullie hart, zal jullie behoeden.
Neem Mij dan ook aan, volg Mij, wandel in Mijn licht van liefde, en laat de duisternis van het wereldse achter jullie.
Amen.'
5e zondag van veertig dagen
Ezechiël 37,1-14
Psalm 130
Romeinen 8,8-11
Johannes 11,1-4(5- 16)17-44
‘Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord. Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden.’
Ezechiël 37:4-5 SV1750 https://www.bible.com/165/ezk.37.4-5.sv1750
‘En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.’
Psalmen 130:8 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.130.8.sv1750
‘En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.’
Romeinen 8:11 SV1750 https://www.bible.com/165/rom.8.11.sv1750
‘En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.’
Johannes 11:4 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.11.4.sv1750
‘En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?’
Johannes 11:26 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.11.26.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn lieve kinderen,
Zie, veel wordt er hier gezegd, veel over dood en veel over geest. Wat dood is behoort niet tot de geest, want levend is de geest. De mens heeft een natuurlijk bewustzijn waaruit het geestelijk bewustzijn kan opbloeien. Het natuurlijk bewustzijn is door Mijn wil aan de mens gegeven.
Aangezien de mens daar zelf geen inspraak in heeft, want dit bewustzijn ontwikkelt zich onwillekeurig vanaf de geboorte en nooit heeft een mens kunnen zeggen dat hij dit bewustzijn niet heeft gekregen, aangezien dus dit natuurlijk bewustzijn gekregen is zonder inspraak, bevindt het zich ook in het gericht.
En het gericht is de dood.
Het gericht is de dood omdat de mens er geen vrije keuze in heeft. Leven is een vrije wil tot ware en volkomen liefde. De vrije keuze, de vrije wil kan het ware geestelijk leven opwekken. Wie wil kan het leven, Mijn leven, Mijn Geest van liefde in zich opwekken.
Wees niet verbaasd dat jullie vrije wil daar zelf toe dient te besluiten en dat Ik het niet zo maar uitdeel, want dat kan niet. Als Ik de mens het geestelijke leven van liefde zonder inspraak zou inblazen, zou het geen leven zijn, want liefde dient vrij te zijn. Gedwongen liefde is geen liefde maar een wet en dus dood, geen leven. Het zou een nieuw gericht zijn.
En ieder die dit leven van liefde leeft, en gelooft dat Ik, het Woord van liefde, het Zelf ben die dat leven in hem breng, die zal niet sterven in eeuwigheid. Want hoe zou dat kunnen als het ware leven van liefde, Mijn liefde, in het hart van de mens leeft, hoe zou het kunnen sterven.
Daarom ook zeg Ik dat de ziekte van Lazarus niet tot de dood is, maar ter heerlijkheid Gods. Elk redelijk denkend mens moet toch tot de conclusie komen dat het op zijn minst vreemd is als Ik zeg 'niet tot de dood', terwijl Lazarus al drie dagen in het graf ligt als Ik daar aankom.
Zie, zoals gezegd, elk mens heeft eerst een natuurlijk bewustzijn. En hoewel geestelijk bezien meestal nog dood, is dat natuurlijke bewustzijn op zich niet tot de dood, integendeel. Dat bewustzijn is bedoeld om de mens in staat te stellen het geestelijke bewustzijn van liefde in zichzelf te wekken door Mijn Woord. Dat wordt bedoeld met de heerlijkheid van de Zone Gods, nl de heerlijkheid van het Woord van liefde.
Dat ook wordt bedoeld als Paulus zegt dat Ik, de Geest van Liefde, die Jezus, d.i. Mijn Woord in het menselijke, uit de dood van het natuurlijk bewustzijn deed opstaan, ook elk mens uit diezelfde dood van het gericht van het natuurlijk bewustzijn zal doen opstaan. Hoe? Wel, door Mijn Geest van Liefde, die in de mens woont, welke mens door Mijn Woord, door Mij dus, vrijwillig deze geest van liefde in zijn hart heeft gewekt.
Want indien Ik in Mijn Woord niet tot de mens kom, zal de mens niet weten van welke weg hij dient te gaan. Ik, de liefde, wek door Mijn liefde-Woord de geest in het menselijk hart op, mits de mens dat wil. Want nogmaals, Ik dwing niemand opdat de mens niet opnieuw in het gericht zal belanden.
Aldus zal Ik, Mijn Woord, Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden. Israël is hier een overeenstemmend beeld van het geestelijk bewustzijn. En de ongerechtigheden zijn de gedachten, begrippen en ideeën die nog verstoken zijn van het besef van liefde.
Zo spreek Ik opnieuw, net als destijds tot Ezechiël: Jullie kunnen nu zelf voorspellen (profeteren) t.a.v. deze dode beenderen, d.w.z. deze dode natuurlijke denkbeelden, dat dit dorre natuurlijke bewustzijn vervuld zal raken van den geest, vervult van de liefde die Ik d.m.v. Mijn Woord, door MijZelf, in jullie hart zal brengen, en jullie zullen levend worden.
En jullie zullen niet meer sterven in der eeuwigheid.
Geloven jullie dat?
Amen.’
6e zondag van veertig dagen
Matteüs 21,1-11
Psalm 118,1-2.19-29
Jesaja 50,4-7
Filippenzen 2,5-11
‘En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk Jezus hun bevolen had, Brachten de ezelin en het veulen, en leiden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop.’
MATTHEÜS 21:6-7 SV-RJ https://www.bible.com/165/mat.21.6-7.sv-rj
‘De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden. Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.’
PSALMEN 118:22-23 SV-RJ. https://www.bible.com/165/psa.118.22-23.sv-rj
‘De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend, en Ik ben niet wederspannig, Ik wijk niet achterwaarts. Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.’
JESAJA 50:5-6 SV-RJ. https://www.bible.com/165/isa.50.5-6.sv-rj
‘Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.’
FILIPPENZEN 2:7-8 SV-RJ. https://www.bible.com/165/php.2.7-8.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn kinderen,
Van de teksten die jullie moeilijk vinden zijn de teksten die over Mij gaan alsof Ik uit meerdere personen besta toch wel de lastigste. Hier staat dat de Heere Mij het oor heeft geopend. Wie ben Ik dan, de Heere, of ben Ik 'Mij', of ben Ik beide? Dat laatste, nl dat Ik beide zou zijn, wordt veelal al snel verworpen, want dat kan niet denkt men.
En inderdaad, Ik ben Één en niet twee of drie. Maar hoe dan deze teksten te begrijpen? De Heere is de Heere, dat is duidelijk. Toch staat Mij met een hoofdletter, en dat suggereert toch dat Ik ook dat ben. Als dat zo is, dan is het op zijn minst vreemd te noemen dat Ik met MijZelf in gesprek ga. En als dat al gebeurd, wat is dan de zin dat in teksten weer te geven?
Zie, omdat men Mij niet kent, een meestal totaal verkeerd beeld heeft van Mij, daarom worden deze en vele andere teksten niet begrepen. In de tijd dat vele mensen het beeld hadden dat de aarde plat was, werd het beeld van een ronde aarde niet als waarheid herkend. En evenzo wordt Ik niet herkent naar wie Ik ben omdat men een verkeerd beeld van Mij heeft.
Jullie kunnen je niet goed voorstellen dat Ik pure liefde ben. Liefde heeft in jullie beleving geen gestalte, en dus ook niet de gestalte van een mens. God is oneindig, onmetelijk en eeuwig, en dat zou nooit in de gestalte van een mens kunnen passen, want een gestalte is begrensd.
Toch, ook in jullie zelf bevindt zich deze oneindigheid. Want zeg Mij, waar ligt de grens van jullie denken en voorstellingsvermogen, waar ligt de grens van jullie bewustzijn? Dat is oneindigheid in jullie, en jullie dragen een lichaam dat begrensd is, dat is oneindigheid wonend in het begrensde lichaam.
Zie, aldus heb ook Ik, de Oneindige Zelf, een eindig en begrensd lichaam aangetrokken. Dat is wat in het Woord wel 'in het vlees' wordt genoemd. Ik ben oneindige liefde, oneindige wijsheid, en almachtige onbegrensde wil, en Ik heb Mij en dus Mijn oneindigheid in het vlees gehuld en droeg, draag, en zal altijd dragen een menselijke gestalte, Jezus.
Toen Ik werd geboren in het vlees diende Ik Mij noodzakelijkerwijs aan elk menselijk aspect te onderwerpen, aangezien Ik anders niet in het vlees kon komen. Het menselijke kent vele fysieke en mentale kenmerken die nu juist het menselijke tot het menselijke maken. De mens wordt als hulpeloze onmondige baby geboren. De mens maakt ontwikkelingen door als leren praten, lopen e.d. De mens ontwikkelt eerst een natuurlijk bewustzijn en van daaruit heeft de mens de vrijheid om op eigen initiatief een geestelijk bewustzijn te ontwikkelen.
Zo deed Ik het ook, en zo diende Ik het ook te doen. Dat is waarom er staat: gehoorzaam geworden tot de dood. Want besef wel, het natuurlijk bewustzijn zonder besef van Mijn oneindige liefde en wijsheid is als dood. Ik nam in het menselijke de dood op Mij.
In Mijn Wezen bevondt Zich Mijn oneindige liefde aanvankelijk als slapend, opdat het menselijk bewustzijn zich kon ontwikkelen. Vervolgens had Ik in dat menselijke natuurlijke bewustzijn de vrijheid om op eigen initiatief Mijn oneindige liefde, Mijn Vader, te wekken en als leidraad te volgen.
Dat is Mij door uiterste zelfverloochening gelukt. In Mijn menselijke heb Ik Mijn oneindige liefde gewekt en heb Mijn natuurlijke bewustzijn daarmee verenigd, Één. Dat natuurlijk menselijke is de steen die voordien verworpen was, maar nu tot hoeksteen is geworden. In Mijn natuurlijke menselijke volgde Ik uitsluitend de 'bevelen' op die de in Mij wonende liefde Mij gaf.
Mijn liefde (de Heere) heeft Mij (het menselijke, de Zoon) het oor geopend (Ik was Mijn liefde gehoorzaam), Ik heb Mij daar volledig dienstbaar aan gemaakt (niet wederspannig) en heb Mij daar nooit aan onttrokken (niet achterwaarts wijkend), Ik handelde en sprak vanuit liefde al ging dat in tegen de natuurlijke prikkelingen van het vlees (Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken).
En dat alles vanuit Liefde, Mijn oneindige, volmaakte liefde.
Volgen jullie Mij na, opdat Mijn offer niet vergeefs is geweest.
Amen.’
Witte donderdag
Exodus 12,(1)15-20
Psalm 81
Johannes 13,1-15
Matteüs 26,30-46a
‘Zeven dagen zult gijlieden ongezuurde broden eten; maar aan den eersten dag zult gij het zuurdeeg wegdoen uit uw huizen; want wie het gedesemde eet, van den eersten dag af tot op den zevenden dag, diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit Israel.’
EXODUS 12:15 SV-RJ https://www.bible.com/165/exo.12.15.sv-rj
‘(81:6) Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;’
PSALMEN 81:5 SV-RJ https://www.bible.com/165/psa.81.5.sv-rj
‘Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.’
JOHANNES 13:7 SV-RJ https://www.bible.com/165/jhn.13.7.sv-rj
‘Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.’
MATTHEÜS 26:31 SV-RJ https://www.bible.com/165/mat.26.31.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn lieve kinderen,
Verstaan jullie Mijn spraak? Begrijpen jullie Mijn Woord. Zie, Mijn Woord is een Woord van liefde. Telkens als jullie het Woord lezen, lezen jullie Mijn liefde. Toch, velen van jullie begrijpen Mijn taal niet. Daarom staat er ‘Wat Ik doe, weet (begrijpt) gij nu niet, maar gij zult het verstaan.’
Dat precies wordt er ook bedoelt met het eten van het ongezuurde, dwz het onbegrepene. Dat duurt zeven dagen, ja, zeven is een volkomenheid, een geheel. En ieder van jullie maakt die zeven dagen door zo lang jullie nog vast zitten in het benaderen van Mijn Woord vanuit jullie natuurlijk bewustzijn, vanuit jullie verzamelde wereldse kennis. (Zie 8e dag van kerst - uitg)
‘Want wie van het gedesemde eet’ ..., zie dat is het vasthouden aan het eigen wereldse verstand, wat de wereld wel het 'gezonde' verstand noemt. Het vasthouden aan wereldse kennis en wetenschap, het natuurlijk bewustzijn, om het Woord van liefde d.i. Mijn Geest te begrijpen, gaat altijd ten koste van het geestelijk bewustzijn, het bewustzijn van liefde.
Dat wordt bedoelt met ‘diezelfde ziel zal uitgeroeid worden uit Israël’. Het geestelijke besef zal als gevolg van het stug blijven benaderen van Mijn Woord vanuit het natuurlijke, vanuit onderzoek, wetenschap en wereldse kennis, (gezuurd) uitgeroeid zijn.
Vanaf de eerst mogelijke minieme geestelijke bewustwording (eerste dag) dienen jullie bereid te zijn te geloven dat Mijn Woord liefde is, en een geheel ander bewustzijn zal brengen dan alle wereldse kennis bij elkaar. Door verschillende staten van geestelijk groeiend bewustzijn zullen jullie vervolgens heen gaan, dat zijn de zeven dagen.
Gedurende die dagen, die bewustwordingen, dienen jullie het gezuurde (wereldse) uit jullie huizen (geestelijk bewustzijn) te houden dwz Mijn Woord van liefde consequent te willen volgen, ondanks dat het botst met jullie werelds natuurlijk verstandelijke instelling. En botsen zal het. Dat is het ‘geërgerd worden deze nacht’, de nacht van jullie wereldse verstandelijk benadering.
Dat is het Egypteland waar Ik, de liefde, tegen ten strijde (uitgetogen) ben getrokken. Ik bèn de liefde in Mijn Woord, en Ik ben het die jullie het bewustzijn van liefde breng. Wat jullie doen is de keuze maken Mij, Mijn liefde te willen volgen. Zelfs als jullie natuurlijke verstand, het met wereldse begrippen en ideeën gevulde verstand, het nu nog niet begrijpt.
Want Ik, de liefde, zal de herder slaan. Dat Ik de herder sla lijkt vreemd, want elders zeg Ik van MijZelf dat Ik de goede Herder ben. Toch, 'Ik' staat in dit geval voor overeenstemmend beeld met het gericht waarin het natuurlijke verstand heb gezet, en de verstrooide schapen zijn in deze beeldspraak de wereldse ideeën en begrippen die geen onderlinge samenhang hebben indien de liefde wordt 'geslagen', dwz afgewezen.
Jullie horen het Mij hier zeggen, en toch, jullie ervaren het nog als een spraak die jullie maar moeilijk verstaan. Jullie zullen het verstaan indien jullie de liefde, Mij, het Woord van liefde dat Ik ben, daadwerkelijk willen volgen.
Laat dit pril ontluikende besef van het onderscheid tussen Mijn Woord en de wereldse kennis de eerste dag zijn in de groei en ontwikkeling van jullie geestelijk bewustzijn. Het onderscheid is liefde. Mijn Woord is liefde, en is van een hogere orde dan het duistere wereldse verstand.
Amen’.
Goede vrijdag
Exodus 12,(1)21-28
Hosea 6,1-6
Psalm 22
Hebreeën 9,11-15
Johannes 18,1-19,42
‘Mozes dan riep al de oudsten van Israel, en zeide tot hen: Leest uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht het pascha. Neemt dan een bundelken hysop, en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen. Want de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.’
EXODUS 12:21-23 SV-RJ https://www.bible.com/165/exo.12.21-23.sv-rj
‘Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.’
HOSÉA 6:1-2 SV-RJ https://www.bible.com/165/hos.6.1-2.sv-rj
‘... (22:2) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?’
PSALMEN 22:1 SV-RJ https://www.bible.com/165/psa.22.1.sv-rj
‘Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel,’
HEBREEËN 9:11 SV-RJ https://www.bible.com/165/heb.9.11.sv-rj
‘Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.’
JOHANNES 18:6 SV-RJ https://www.bible.com/165/jhn.18.6.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn kinderen,
Zie, het gaat het gebeuren, de tijd van Mijn lijden breekt aan.
Deze teksten zijn natuurlijk allemaal van toepassing, want daartoe zijn deze uitgezocht, om te passen bij het verhaal van Mijn lijden. Weinigen van jullie echter zullen beseffen dat àlle teksten passen, want Ik ben Één, en Mijn Woord ben Ik Zelf, één. Bijgevolg is elke tekst uit Mijn Woord ten diepste een beschrijving van Mij en Mijn liefde.
Mijn lijdensverhaal is dan ook een beeld dat in vele andere beelden evenzo staat beschreven. Hier zijn dat de beelden van het lam welks bloed aan de deurposten wordt gestreken, van de Heer die na twee dagen op de derde dag 'ons' zal levend maken, en het beeld van een tabernakel.
Mijn lijden is een overeenstemmend beeld van het lijden dat elk mens door moet maken t.a.v. het wekken van Mijn innerlijke liefdegeest, aanwezig in ieder hart, maar veelal niet gewekt, noch wedergeboren. Het lijden is de pijn en moeite die het de mens kost om deze liefdegeest in zich te wekken.
Zie, Mozes riep de oudsten, dat beeld vertelt hoe Mijn Woord jullie oproept om 'uit te lezen' dwz te gaan onderscheiden. Ik bedoel het onderscheid leren maken tussen wat de ware betekenis van Mijn Woord is en wat niet. Jullie dienen lammeren te nemen, oftewel, jullie dienen bereid te zijn om volledige nederigheid te betrachten t.a.v. het beoordelen van Mijn Woord.
Stel je eigen wereldse inzicht niet hoogmoedig boven de eenvoud van Mijn Woord van liefde. Durf jullie hoogmoedige eigen-wijsheid op te offeren en strijk het ware besef van liefde dat jullie daarmee verkrijgen aan de deurposten van jullie denken. En bewaak met het deemoedige besef dat het wereldse een valse, zelfzuchtige leugen is, elke gedachte (niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis) totdat Ik met Mijn licht van liefdebesef volledig in jullie opsta (tot aan de morgen).
Want door volhardend het wereldse te bestrijden met het ontwakend bewustzijn van liefde zullen jullie het verderf van jullie innerlijke geest verre van jullie houden. Dat is wat wordt bedoelt met ‘de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan (het besef van liefde zal wereldse kennis haar hoogmoedige zelfverheffing ontnemen); doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver (het duistere zelfzuchtige wereldse verstand) niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.’
Dat er elders staat dat Ik 'na twee dagen zal levend maken en op de derde dag zal doen verrijzen' duidt erop dat jullie besef van Mijn Woord als het ware Woord van Liefde, jullie besef van Mij en Mijn werken in jullie, niet van de ene op de andere dag al zonneklaar voor jullie ogen zal staan (verrijzen).
Eerst zullen jullie, nog vol van jullie wereldse wijsheid, dienen te aanvaarden dat Mijn Woord een Woord van hogere orde, van Liefde is. Jullie zullen het dienen te geloven. Dat is een dag. Dan zullen jullie het dienen te willen gaan doen, daadwerkelijk liefde beoefenen. De wil tot liefde doen, dat is ook een dag. En tenslotte zullen jullie in jezelf gewaarworden dat Ik het ben, Ik ben de liefde, Ik heb het volbracht, Ik sta in jullie op, dat is de derde dag.
Dan is jullie gedachte t.a.v. Mij niet meer ‘Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten’, want Ik ben bij jullie, zoals ook nu, alleen zullen jullie het dan ten volle beseffen. In jullie zelf zal Ik, de ware liefde leven. De tijd van lijden, de tijd waarin jullie Mij weliswaar hunkerend verwachten, waarin Ik echter nog niet ben wedergekomen, nog niet ben opgestaan, is dan voorbij.
Jullie verscheurdheid, want Mijn liefde Eenheid ontbreekt nog grotendeels in jullie bewustzijn, zal worden genezen d.i. het genezen van jullie melaats werelds denken, en worden verbonden, dat is jullie gewonde (gekruisigde) wil tot daadwerkelijke liefde zal levend worden. Ik breng jullie verlossing. Zo zeker als 'brullen', of als donder is Mijn Woord van liefde.
Houdt jullie niet doof, nu Ik MijZelf bekend maak. Ga niet achterwaarts, val niet ter aarde dwz neem Mijn Woord aan en blijf niet terugdeinzen voor het licht van Liefde dat in Mijn Woord tot jullie komt. Treed binnen in deze tabernakel van geestelijk liefde besef, niet samengesteld (gebouwd) uit jullie eigen kennis en wijsheden (met handen gemaakt), nee, geen menselijk maaksel, maar Mijn werk van liefde.
Amen.’
Paasnacht
Genesis 1,1-2,3
Psalm 33,6-9
Genesis 22,1-18
Psalm 16,5-11
Exodus 14,15-15,1a
Exodus 15,1b-3
Jesaja 54,4-14
Psalm 30,2-6
Jesaja 55,1-11
Jesaja 12,1-6
e.a.
‘De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.’
GENESIS 1:2 SV-RJ
https://www.bible.com/165/gen.1.2.sv-rj
‘Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.’
PSALMEN 33:8 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.33.8.sv-rj
‘En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.’
GENESIS 22:2 SV-RJ
https://www.bible.com/165/gen.22.2.sv-rj
‘Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie.’
PSALMEN 16:10 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.16.10.sv-rj
‘Toen zong Mozes en de kinderen Israels den HEERE dit lied, en spraken, zeggende: Ik zal den HEERE zingen; want Hij is hogelijk verheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen.’
EXODUS 15:1 SV-RJ
https://www.bible.com/165/exo.15.1.sv-rj
‘Want de HEERE heeft u geroepen, als een verlaten vrouw en bedroefde van geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God.’
JESAJA 54:6 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.54.6.sv-rj
‘(30:6) Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich.’
PSALMEN 30:5 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.30.5.sv-rj
‘Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.’
JESAJA 55:8 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.55.8.sv-rj
‘En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.’
JESAJA 12:1 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.12.1.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn dierbare kinderen,
Een hele serie van teksten die werden uitgezocht om te gebruiken in de dienst van Paasnacht, vele teksten die verwijzen naar Mij, naar Mijn lijden, naar Mijn kruisiging. Al eerder zei Ik dat alle teksten (uit de bijbel - uitg.) betrekking hebben op Mij en Mijn werk in het hart van ieder mens, zowel als ook de mensheid als geheel, en al eerder zei Ik dat de betekenis door de meesten van jullie niet wordt herkend en begrepen.
Zie, telkens weer probeer Ik middels uitleg van de teksten duidelijk te maken dat de liefde, IkZelf dus, in elk mens het lot ondergaat van wat in het verhaal van Mijn lijden staat beschreven. De liefde wordt verraden, bespuwd en geslagen, van het kleed van waarheid ontdaan, bespot en gekleineerd, en tenslotte gedood aan het kruis van smaad en vernedering.
De liefde mag in het menselijk hart niet werkzaam worden (spijkers door de handen) mag geen dieper besef en inzicht brengen (spijkers door de voeten). En wanneer er dorst is naar verzadiging vanwege het sterke verlangen naar geestelijk leven, krijgt de liefde alleen de gal (bitterheid) van afwijzing, en de azijn (zuur) van minachting aangereikt, maar dat kan en zal de liefde niet tot zich nemen.
Zie, in jullie ben Ik, de liefde, wel aanwezig, maar de vraag is hoe.
Ben Ik de beschuldigde, ben Ik de gevangene, ben Ik de aangeklaagde? Oftewel, beschuldigt jullie bewustzijn, jullie wereldse verstand Mij, de liefde, dat Ik beweer dat Ik (het besef van liefde, het Woord, Zoon) MijZelf goddelijk durf te noemen, terwijl jullie dat niet willen geloven?
Is jullie verstand en wil t.a.v. de liefde die Ik ben nog woest en ledig? Laat toch Mijn Geest van liefde niet op de wateren van jullie zelfzuchtige kennis zweven. Heb respect (vreze) voor het grootse van liefde die Ik jullie breng, en laat alle wereldse wijsheden wijken (schrikken) voor Mij, de liefde in jullie hart.
Neem wat jullie aardse verstand voortbrengt (jullie enige zoon) en offer dat op, daar op de berg van liefde-inzichten die jullie zullen verkrijgen (die Ik wijzen zal). Ik, de liefde, zal jullie nooit verlaten en nooit hulpeloos overlaten aan de helse staat van het volgen van het duistere wereldse verstand, want Ik woon in jullie hart. En al moet Ik daar lijden totdat jullie Mij herkennen en gaan navolgen, Ik laat niet toe dat dit heilige in jullie wordt verdorven.
Over Mij, de in jullie hart (Mozes) opgestane liefde, zullen jullie zingen van vreugde dat Ik jullie heb gebracht in te zien, dat het zelfzuchtig bewustzijn (paard) en wereldse gezindheid (ruiter) behoren tot de zee van wereldwijsheden waarin Mijn Geest niet is.
Jullie hebben de liefde versmaad (verlaten), maar Ik, de liefde Zelf, roep haar terug in jullie bewustzijn, daar waar ze van oorsprong thuis hoort. Ik, de versmade liefde, (toorn) wil jullie geest uit het duister van onbegrip tot leven roepen, dat is Mijn goedgunstigheid, en brengen tot het juichende inzicht van Mijn goedheid.
Jullie zullen vervuld worden met een enorme dankbaarheid vanaf het moment dat jullie beseffen dat de wegen van liefde anders zijn dan de wegen van het wereldse denken. Mijn wegen zijn niet de wegen van zelfzucht, Mijn wegen zijn volmaakte liefde. Laat dat besef in de tijd van jullie lijden een troost zijn.
Versta het goed.
Amen.'
Joël 2,12-19
Psalm 57
2 Korintiërs 5,20-6,10
Matteüs 6,1-6.16-21
‘Nu dan ook, spreekt de HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage.’
Joël 2:12 SV1750
https://www.bible.com/165/jol.2.12.sv1750
‘(57:3) Ik zal roepen tot God, den Allerhoogste, tot God, Die het aan mij voleinden zal.’
Psalmen 57:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.57.2.sv1750
‘En wij, als medearbeidende, bidden u ook, dat gij de genade Gods niet tevergeefs moogt ontvangen hebben. Want Hij zegt: In den aangenamen tijd heb Ik u verhoord, en in den dag der zaligheid heb Ik u geholpen. Ziet, nu is het de welaangename tijd, ziet, nu is het de dag der zaligheid!’
2 Corinthiërs 6:1-2 SV1750
https://www.bible.com/165/2co.6.1-2.sv1750
‘Maar gij, als gij vast, zalft uw hoofd, en wast uw aangezicht;’
Mattheüs 6:17 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.6.17.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn lieve kinderen,
Zie, vasten is het zich onthouden van boosheden. Dat is het eerste voordat jullie je in de liefde, in Mijn liefde zullen kunnen verheugen. Zo lang jullie nog boosheden aankleven kan de liefde zich niet openbaren.
Ik ben die liefde, Ik openbaar Mij als ware onzelfzuchtige liefde. En zie, onzelfzuchtig dienen jullie ook te zijn willen jullie deel krijgen aan Mijn rijk van liefde. Dat is de bekering die Ik bedoel, nl dat jullie je afkeren van boosheden en van de vervalsingen van Mijn Woord.
Want het zich onthouden van voedsel of drank is slechts fysiek vasten, maar dat bedoel Ik niet. Ik ben geest, ik bedoel dan ook het vasten door af te zien van boosheden, en dat altijd en niet slechts 40 aardse dagen per jaar. Veertig duidt op een volheid, vandaar totaal afzien van boosheden.
Wie zich van voedsel en drank onthoudt, en verder gewoon even boos en vals het leven leidt als op andere dagen, die vast in het geheel niet. Die zal er ook behoefte aan hebben dat vooral anderen opmerken hoe trouw er tijdelijk wordt gevast, dat anderen zien hoe vroom men zich gedraagt.
Het zich onthouden van boosheden vindt innerlijk in het hart plaats, en daar zie Ik met name hoe jullie op de juiste wijze vasten. Het hoofd zalven wil zeggen dat jullie in jullie denken een verwijdering van het valse en boze doorvoeren, en wel doordat jullie beseffen (zalven) wat het boze is en dat weg doen. Het boze is het zelfzuchtige, het heerszuchtige, het genotzuchtige, want dat is geen deemoedige dienende liefde.
Zo ook het wassen van het aangezicht. Doe weg het vuil van boze daden en valse woorden. Dat is het ware vasten. Mijn genade die nu tot jullie komt door het Woord van liefde, is jullie zaligheid en zal niet vergeefs zijn indien jullie het navolgen, het veertig dagen vasten op ware wijze. Hoe aangenaam is Mijn liefde voor hem die het hoort, begrijpt en navolgt.
Alzo zal Ik het aan jullie voleinden, Ik de liefde Die de Allerhoogste dwz meest wezenlijke en waardevolste hulp ben voor jullie verwarde gemoed.
Hoor, wie gewoon dagelijks bescheiden eet, drinkt en met een opgewekt gemoed zijn werken van liefde doet, die vast op de juiste wijze en is daardoor zelf een medearbeider geworden. Elk liefde-werk is als een gebed dat Ik zal verhoren, opdat Mijn liefde-werk in jullie als Mijn genade niet vergeefs zal worden ontvangen.
Begrijpen jullie het?
Vasten is het zich onthouden van het boze van de zelfzucht en daarvoor in de plaats met jullie ganse hart het goede van naastenliefde doen. Het geween en rouwklagen is het hartgrondig betreuren van het boze en valse dat jullie leven heeft beheerst. Het boze is de zelfzucht en de 'ik-gerichtheid', en het valse is het 'goed-praten' ervan.
Hoor, Ik heb jullie lief. Volg Mij na opdat Ik, de liefde, het in jullie zal voleinden.
Amen.'
1e Zondag van veertig dagen
Genesis 2,15-3,9
Psalm 51
(Psalm 32)
Romeinen 5,12-21
Matteüs 4,1-11
‘Zo nam de HEERE God den mens, en zette hem in den hof van Eden, om dien te bouwen, en dien te bewaren.’
Genesis 2:15 SV1750
https://www.bible.com/165/gen.2.15.sv1750
‘(51:4) Was mij wel van mijn ongerechtigheid, en reinig mij van mijn zonde.’
Psalmen 51:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.51.2.sv1750
‘Welgelukzalig is de mens, dien de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.’
Psalmen 32:2 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.32.2.sv1750
‘Want indien door de misdaad van een de dood geheerst heeft door dien enen, veel meer zullen degenen, die den overvloed der genade en der gave der rechtvaardigheid ontvangen, in het leven heersen door dien Enen, namelijk Jezus Christus.’
Romeinen 5:17 SV1750
https://www.bible.com/165/rom.5.17.sv1750
‘Toen werd Jezus van den Geest weggeleid in de woestijn, om verzocht te worden van den duivel. En als Hij veertig dagen en veertig nachten gevast had, hongerde Hem ten laatste. En de verzoeker, tot Hem gekomen zijnde, zeide: Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden. Doch Hij, antwoordende, zeide: Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door den mond Gods uitgaat. Toen nam Hem de duivel mede naar de heilige stad, en stelde Hem op de tinne des tempels; En zeide tot Hem: Indien Gij Gods Zoon zijt, werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij Zijn engelen van U bevelen zal, en dat zij U op de handen zullen nemen, opdat Gij niet te eniger tijd Uw voet aan een steen aanstoot. Jezus zeide tot hem: Er is wederom geschreven: Gij zult den Heere, uw God, niet verzoeken. Wederom nam Hem de duivel mede op een zeer hogen berg, en toonde Hem al de koninkrijken der wereld, en hun heerlijkheid; En zeide tot Hem: Al deze dingen zal ik U geven, indien Gij, nedervallende, mij zult aanbidden. Toen zeide Jezus tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den Heere, uw God, zult gij aanbidden, en Hem alleen dienen. Toen liet de duivel van Hem af; en ziet, de engelen zijn toegekomen, en dienden Hem.’
Mattheüs 4:1-11 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.4.1-11.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
Mijn kinderen,
En zie, Mijn Woord is in gelijkenissen, metaforen en in 'met het geestelijke overeenstemmende beelden' beschreven. Hoewel de woorden ook wel in natuurlijke zin hun waarheid bevatten, en Ik b.v tijdens Mijn lichamelijk bestaan in Jezus ook wel in de woestijn verbleef, geeft Mijn Woord in eerste instantie altijd een geestelijke waarheid aan.
Die overeenstemmende beelden en gelijkenissen staan niet alleen in de boeken van de evangelisten, maar met name ook in het OT. Want wie Mijn Woord wil lezen en begrijpen naar de natuurlijke betekenis, die stuit op tegenstellingen, of ronduit op dwaasheden.
Zie, Ik zette de mens in een hof van Eden om die te bebouwen en bewaren. Op natuurlijke wijze begrepen is het vreemd dat de mens die hof nog moest bebouwen en bewaren. Ik had het best wel volmaakt kunnen afleveren. Het is echter een geestelijk beeld en betekent dat de mens een gemoed (hof) met allerlei vermogens heeft gekregen zoals verstand en vrije wil, en dat hij daarmee een bewustzijn van het goede en ware van liefde dient op te bouwen.
Dat advies blijkt echter nog niet zo maar te worden nagevolgd. De wil is volledig vrij, en dus kan er ook zo maar een bewustzijn van zinnelijkheid worden opgebouwd en wordt daarmee het bewustzijn van liefde verlaten (uit de hof gedreven).
Het zinnelijke is genotzucht, en leidt tot heerszucht en zelfzucht. Een dergelijk bewustzijn is wat in Mijn Woord ongerechtigheid en zonde wordt genoemd. Want ongerecht is het verstand dat de liefde vervalst en zelfzucht goed praat, en zondig is de wil die de liefde zelfzuchtig ten eigen bate inzet.
Dit 'ene zinnelijke bewustzijn' brengt de geestelijke dood in de mens. Het Ene geestelijke bewustzijn van liefde, van Mij, echter brengt leven. Dat is de gave van ware liefde, dat is geestelijk gezien ware gerechtigheid. Dat ben Ik, de Heere. Ik heers door liefde en liefde rekent niet alleen ongerechtigheid niet toe, nee, Ik genees het zodat het ware geestelijke leven in de mens terugkeert.
Elke keer dat Ik in het Woord iemand genees is dat een beeld van een ongerechtigheid in het valse bewustzijn die Ik door liefde in het hart op te wekken genees. Laat daarom in jullie hart die liefde wekken, nu, door Mij, door Mijn Woord. Door liefde in je hart te doen opstaan wek je Mij in jezelf.
Dat is het beeld van veertig dagen lang vasten, dwz Mijn liefde als dood in je hart te betreuren, wat wil zeggen dat jullie liefde-geest als dood in de boeien van het valse bewustzijn van ongerechtigheid vast blijft zitten. Wiens geest in Mijn liefde ontwaakt, die kent geen bedrog van wereldse overwegingen meer. Dan heerst de Heere, Ik, de liefde in jullie hart.
Laat je niet in 'de woestijn van gebrek aan liefde' wegleiden door valse wereldse gedachten en ideeën, laat je niet meeslepen door zelfzucht, genot en hoogmoed. Want zie, jullie vlees prikkelt en verzoekt je om van de doodse wereldwijsheden te denken dat ze nuttig zijn, er a.h.w. brood voor jullie verstand van te maken en ervan te eten, om je wereldse verstand hoger te achten dan het Woord van liefde, en om je te onderwerpen aan zelfzuchtig genot.
Kortom, laat je niet verzoeken door de duivel van je eigen hoogmoed, wellust en begeerte. Want Ik, de liefde in je hart, heb door Mijn voorbeeld in het vlees laten zien hoe je op al die vernuftige verleidingen zult reageren.
Zeg tegen het wereldse verstand dat de (geestelijke) mens vooral leeft van het Woord van liefde, het Woord dat uit Mijn mond uitgaat. Zeg tegen de neiging om het wereldse redeneren hoger te achten dan Mijn liefde-Woord (op de tinne des tempels), dat jullie beseffen dat de ware Liefde waardevoller is dan al het wereldse (God niet verzoeken).
En indien je de verleiding tot genot voelt trekken kies er dan voor de liefde daadwerkelijk te volgen. Daarmee zullen de duivelse ongerechtigheden van de begeerte van jullie vlees van jullie aflaten en zullen de waarheden en goedheden van Mijn Liefde-Woord (engelen) jullie verstand en wil dienstbaar ondersteunen.
Zie, zo wast Mijn liefde jullie van de ongerechtigheid van het niet in liefde te denken, en worden jullie door Mijn liefde gereinigd van de zonde van het niet in liefde te willen handelen.
Volg Mij na!
Amen.'
2e Zondag van veertig dagen
Exodus 24,12-18
Psalm 33,12-22
Filippenzen 3,7-14
Matteüs 17,1-9
‘Toen Mozes op den berg geklommen was, zo heeft een wolk den berg bedekt.’
Exodus 24:15 SV1750
https://www.bible.com/165/exo.24.15.sv1750
‘Hij formeert hun aller hart; Hij let op al hun werken.’
Psalmen 33:15 SV1750
https://www.bible.com/165/psa.33.15.sv1750
‘Of ik enigszins moge komen tot de wederopstanding der doden.’
Filippenzen 3:11 SV1750
https://www.bible.com/165/php.3.11.sv1750
‘En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes, zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen. En Hij werd voor hen veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere! het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. Terwijl hij nog sprak, ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk, zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen. En als zij van den berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden.’
Mattheüs 17:1-9 SV1750
https://www.bible.com/165/mat.17.1-9.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn lieve kinderen,
Zie, wiens ogen geopend zijn die ziet en herkent in elke tekst Mijn Woord van liefde. Ook een eenvoudige zin als dat Ik na zes dagen Petrus, Jakobus en Johannes op een hoge berg breng. Alles is een overeenstemmend beeld, en dit beeld stemt overeen met het volgende:
'Na zes dagen nam Jezus ...’. Tijd in het Woord duidt altijd op een staat van van liefde-zijn. Het gaat hier om de staat van liefde die de mens als zesde fase bereikt. (Zie uitleg van de lezing van 8e kerstdag - uitg.) Zoals zeven een volmaaktheid aanduidt, zo geeft zes een onvolmaaktheid aan.
'Petrus, Jakobus en Johannes'. Deze drie duiden op de drie vermogens die door Mij, Mijn liefde, worden meegenomen naar een hoger plan. Het zijn de vermogens van het denken, willen en gewaarworden. Het 'Mijn liefde denken', het 'Mijn liefde willen' en het 'Mijn liefde gewaarworden' brengt het menselijk bewustzijn vanuit zijn natuurlijke naar het geestelijk hemelse.
'Op een hogen berg alleen'. Dat is het toegenomen, dus hogere besef van Mij, van Mijn liefde, Mijn Woord. Dat hogere besef is in deze drie vermogens waar te nemen. En dat is dan ook het moment dat Ik, Mijn Woord, in een stralend licht verschijn en Mijn gedaante, het beeld dat de mens van Mij had, verandert. Mijn klederen, d.i. Mijn wijsheid wordt wit lichtend zichtbaar.
Oh, hoezeer gun Ik het jullie dat jullie Mij in dat zelfde stralende licht van liefde gaan zien.
Mijn knecht Paulus zegt vanuit deze gedachte dat hij tot 'de wederopstanding der doden' moge komen. Wat is er dood en dient weder op te staan? Dat is de liefde die jullie oorspronkelijk is gegeven. Dat ben Ik, de Liefde Zelf. Ik dien in jullie op te staan. Als dat na drie dagen (niet letterlijk dus - uitg.) in jullie gebeurd, dan zullen ook jullie deel hebben aan die wederopstanding.
Zie, tot Ik, de liefde, in jullie hart wordt opgenomen, kunnen jullie wel Mijn Woord lezen en ijverig studeren, maar toch zullen jullie de berg die Mozes, d.i. jullie natuurlijke verstand, heeft beklommen, in wolken en nevelen gehuld zien. Jullie zullen Mijn Woord als een in steen gebeitelde wet ontvangen dwz als dwang ervaren.
Ja, het is waar, de mens dient eerst Mijn Woord te horen. Dat gaat vooraf, dat is de eerste dag. Mijn Woord is liefde. Nogmaals, Mijn Woord spreekt liefde. Elke tekst in de geschriften getuigd van Mij, Mijn liefde. Ik leg hier voor jullie uit hoe de teksten dienen gelezen en begrepen te worden. Blijf niet vastzitten in de stenen wet met een in dichte wolken gehuld inzicht.
Ik wil jullie meenemen de berg op en in een helder wit licht stralend voor jullie staan. Ik, de Liefde Zelf. Neem Mij aan opdat Ik jullie eigen innerlijke Petrus, Jakobus en Johannes laat zien dat Ik liefde ben.
Zie, Ik spreek vanuit Mijn liefde dit Woord: 'Mijn Woord is uit Mij, als een Zoon kom Ik, het Woord, voort uit Mijn liefde, de Vader'. Dat is de hemelse boodschap die jullie boven op de berg van inzicht, gewaarwording en vrije wil krijgen te horen. Dat zou jullie werkelijk met ontzag (vrees) moeten vervullen, zodat jullie diep geraakt en a.h.w. verstomt ineens doorzien hoe beperkt jullie begrip van Mij is geweest. (Vielen op hun aangezicht en werden zeer bevreesd).
Jullie leven nog in jullie lichaam, en dus wordt het gelukzalige inzicht dat Ik liefde ben nog wel eens met jullie natuurlijke materiële redenaties en bezwaren bestookt. Dat wordt bedoeld met dat de de drie 'niemand zagen dan alleen Jezus'. Het ware begrip van Mijn werkelijke Wezen is nog niet blijvend en zal nog door twijfel worden belaagd.
Jullie zullen het dan ook pas echt begrijpen als Ik, de liefde, in jullie uit de dood ben opgestaan. Dat wordt bedoeld met 'zegt niemand iets totdat Ik zal opgestaan zijn uit den doden' nl dat het ware begrip van Mij en Mijn liefde eerst bij de wedergeboorte tot stand komt, en tot die tijd zegt het in verhouding zo goed als niets.
Zo zal Ik, de liefde, jullie hart formeren en Mijn liefde zal zichtbaar worden in jullie werken.
Amen.'
3e Zondag van veertig dagen
Exodus 17,1-7
Psalm 95
1 Korintiërs 10,1-13
Johannes 4,5-26(42)
‘Zie, Ik zal aldaar voor uw aangezicht op de rotssteen in Horeb staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan, dat het volk drinke. Mozes nu deed alzo voor de ogen der oudsten van Israel.’
Exodus 17:6 SV1750 https://www.bible.com/165/exo.17.6.sv1750
‘Komt, laat ons den HEERE vrolijk zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils.’
Psalmen 95:1 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.95.1.sv1750
‘En allen denzelfden geestelijken drank gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots, die volgde; en de steenrots was Christus.’
1 Corinthiërs 10:4 SV1750 https://www.bible.com/165/1co.10.4.sv1750
‘Jezus antwoordde en zeide tot haar: Indien gij de gave Gods kendet, en Wie Hij is, Die tot u zegt: Geef Mij te drinken, zo zoudt gij van Hem hebben begeerd, en Hij zoude u levend water gegeven hebben.’
Johannes 4:10 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.4.10.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn kinderen,
Alles, elk woord, elke zin bevat een geestelijk beeld. De wereldse woorden zijn een zeer zwak oplichtende beeld, de woorden uit de schrijft zijn een sterk oplichtend beeld, als een stralende zon in heldere hemel. Zo zijn bovengenoemde teksten ook een beeld van geestelijke waarheden.
Weet wel dat Ik oneindig ben en dat Ik de geestelijke zowel als de natuurlijke wereld geschapen heb. Mijn oneindigheid is dan ook in alles aanwezig en met name in de de geestelijke wereld. Dat heeft tot gevolg dat elk woord en elke tekst een veelvoud, een oneindigheid aan betekenissen heeft, anders was het niet Mijn Woord.
Desondanks ben Ik Één en niet een veelvoud. De eenheid in het Woord spreekt uit de liefde die Ik ben. Ook jullie geven aan jullie liefde op velerlei wijze gestalte, en jullie hebben dus ook oneindig veel manieren om dat ene, de liefde, uit te drukken. Aldus ben Ik Één in Liefde, en in toch ben Ik oneindig in de vele betekenissen van het Woord van liefde.
Er is hier sprake van een rots, een rotssteen. De betekenis van rotssteen is het sterke geloof dat voorkomt uit de liefde. Het is dan ook in wezen de leer die Ik ben, de leer van liefde. Die rots wordt als een bron van inzichten en wijsheden vanuit een hart dat daadwerkelijk die liefde doet.
Mijn leer van liefde is als een rots, standvastig en tot stut en steun voor allen. Het geloof daaruit is als water, levend water. Water lest dorst en gaat over in lichaamssappen zoals bloed en komt zo in het hart waar het wordt rondgepompt om het lichaam te voeden.
Mijn net als water opgenomen Woord vormt zich in de mens tot het bloed van het Ware dat het hart van de gelovige met het goede van liefde vult. En dat goede brengt in de gelovige nieuwe ware inzichten voort. De liefde in het hart is als een bron van waar leven, opborrelend met ware inzichten en wijsheid, geestelijk leven brengend.
De vrouw bij de bron is beeld van de bereidwilligheid die naar Mij, de Bron Zelf toekomt. Ze komt daar water putten, zie, zo dient ook elk mens bij Mij, uit Mijn leer van liefde, het Water van geloof en deemoed te putten. Wie dat geloof in zich opneemt, wie het blijmoedig in daden van liefde navolgt, die ontdekt dat Ik, de liefde Zelf in zijn hart woning heb genomen, zoals Ik ook bij deze vrouw woning nam en daar twee dagen bleef.
Door Mij, de leer van liefde, in jullie hart op te nemen zal het levende water van geestelijk begrip en inzicht in jullie hart opborrelen. Drink Mijn liefdeleer in, neem het blij in jullie harten op, en volg het na, dat is het vrolijk zingend navolgen van de rotssteen van jullie heil.
Amen.'
4e zondag van veertig dagen
1 Samuël 16,1-13
Psalm 23
Efeziërs 5,8-14
Johannes 9,1-13(14-25)26-39
‘En het geschiedde, toen zij inkwamen, zo zag hij Eliab aan, en dacht: Zekerlijk, is deze voor den HEERE, Zijn gezalfde. Doch de HEERE zeide tot Samuel: Zie zijn gestalte niet aan, noch de hoogte zijner statuur, want Ik heb hem verworpen; want het is niet gelijk de mens ziet; want de mens ziet aan, wat voor ogen is, maar de HEERE ziet het hart aan.’
1 Samuël 16:6-7 SV1750 https://www.bible.com/165/1sa.16.6-7.sv1750
‘Toen zond hij heen, en bracht hem in; hij nu was roodachtig, mitsgaders schoon van ogen en schoon van aanzien; en de HEERE zeide: Sta op, zalf hem, want deze is het.’
1 Samuël 16:12 SV1750 https://www.bible.com/165/1sa.16.12.sv1750
‘Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.’
Psalmen 23:4 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.23.4.sv1750
‘Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts. (Want de vrucht des Geestes is in alle goedigheid, en rechtvaardigheid, en waarheid),’
Efeziërs 5:8-9 SV1750 https://www.bible.com/165/eph.5.8-9.sv1750
‘Ik moet werken de werken Desgenen, Die Mij gezonden heeft, zolang het dag is; de nacht komt, wanneer niemand werken kan. Zolang Ik in de wereld ben, zo ben Ik het Licht der wereld.’
Johannes 9:4-5 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.9.4-5.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
'Mijn kinderen,
Zie, Ik zie het hart aan, Ik zie wat daarin is. Ik let niet op uiterlijkheden, en in jullie daden zie Ik in hoeverre daar de liefde uit het hart in is. Uiterlijke schijn is de wereld. De schijn van de wereld is noodzakelijk opdat jullie onderscheid zullen leren maken tussen wat werkelijk is, nl Mijn liefde, en wat bedrieglijk en misleidend is, nl de wereld.
Bedrieglijk is de wereld omdat ze lijkt te zijn wat ze niet is. Velen lopen haar na en willen haar. Ik, Mijn liefde, wordt daarmee verlaten want overspelig loopt men een ander na. Misleidend is alle wereldse grootspraak die zichzelf wijsheid en goedheid toedicht, maar in werkelijkheid juist dwaas en kwaadaardig alleen zichzelf tracht te verhogen ten koste van Mijn leer van liefde.
En toch is ze nodig opdat jullie onderscheid leren maken. Want hoe zullen jullie het goede van liefde als de 'koning' van jullie hart zalven, indien jullie niet andere mogelijkheden als keuze krijgen aangeboden? Hoe zullen jullie de ware David van Mijn Woord, waar Mijn Geest van Liefde op rust, herkennen als het geestelijk grootste goed, als de wereld en haar oppervlakkige voortbrengselen zich niet verleidelijk aan jullie voordoet?
Ik spreek, als in Samuel, door Mijn Woord in jullie gemoed en geef jullie aan dat de wereld met haar verstandskinderen niet de juiste is om tot koning te zalven. Beter gaan jullie tot Degene die in de wereld als de Kleinste wordt gezien, die de schapen hoedt, dwz de vruchten van deemoed en zachtmoedigheid hoedt, de Liefde. Want schoon van uiterlijk ben Ik.
Ik, de liefde, heb MijZelf in Mijn Woord van liefde onder de mensen gezonden. Ik, de liefde Zelf, ben ik het menselijke op de aarde nedergedaald en werd niet herkend, werd verworpen en in het geheel niet tot Koning gezalfd, al gaf een vrouw Mij wel een zalving van Mijn voeten, waarmee wordt aangegeven dat Ik de werkelijke Koning ben door en uit Mijn zachtmoedige deemoed.
Ik, de liefde, ben genoemde Kleinste die jullie geloof tot koning zal zalven. Ik, in Mijn Woord, zal werken zolang het dag is, dwz zo lang Ik wordt gehoord, begrepen en opgenomen. Als Ik echter niet wordt begrepen, niet wordt gehoord zelfs, hoe zal Ik dan ooit in een dergelijk duister hart kunnen werken.
Want het besef van de waarheid van Mijn Woord (stok), en van de goedheid van Mijn liefde (staf) zal jullie vertroostend leiden door alle duistere verleidingen die de wereld en jullie vlees je doet ondergaan. Vrees niet dat jullie zullen ondergaan in het wereldse dat in vloedgolven over het menselijk denken heen spoelt, want Ik, de liefde in jullie hart, zal jullie behoeden.
Neem Mij dan ook aan, volg Mij, wandel in Mijn licht van liefde, en laat de duisternis van het wereldse achter jullie.
Amen.'
5e zondag van veertig dagen
Ezechiël 37,1-14
Psalm 130
Romeinen 8,8-11
Johannes 11,1-4(5- 16)17-44
‘Toen zeide Hij tot mij: Profeteer over deze beenderen, en zeg tot dezelve: Gij dorre beenderen! hoort des HEEREN woord. Alzo zegt de Heere HEERE tot deze beenderen: Ziet, Ik zal den geest in u brengen, en gij zult levend worden.’
Ezechiël 37:4-5 SV1750 https://www.bible.com/165/ezk.37.4-5.sv1750
‘En Hij zal Israel verlossen van al zijn ongerechtigheden.’
Psalmen 130:8 SV1750 https://www.bible.com/165/psa.130.8.sv1750
‘En indien de Geest Desgenen, Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zo zal Hij, Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken, door Zijn Geest, Die in u woont.’
Romeinen 8:11 SV1750 https://www.bible.com/165/rom.8.11.sv1750
‘En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Gods; opdat de Zone Gods door dezelve verheerlijkt worde.’
Johannes 11:4 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.11.4.sv1750
‘En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat?’
Johannes 11:26 SV1750 https://www.bible.com/165/jhn.11.26.sv1750
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn lieve kinderen,
Zie, veel wordt er hier gezegd, veel over dood en veel over geest. Wat dood is behoort niet tot de geest, want levend is de geest. De mens heeft een natuurlijk bewustzijn waaruit het geestelijk bewustzijn kan opbloeien. Het natuurlijk bewustzijn is door Mijn wil aan de mens gegeven.
Aangezien de mens daar zelf geen inspraak in heeft, want dit bewustzijn ontwikkelt zich onwillekeurig vanaf de geboorte en nooit heeft een mens kunnen zeggen dat hij dit bewustzijn niet heeft gekregen, aangezien dus dit natuurlijk bewustzijn gekregen is zonder inspraak, bevindt het zich ook in het gericht.
En het gericht is de dood.
Het gericht is de dood omdat de mens er geen vrije keuze in heeft. Leven is een vrije wil tot ware en volkomen liefde. De vrije keuze, de vrije wil kan het ware geestelijk leven opwekken. Wie wil kan het leven, Mijn leven, Mijn Geest van liefde in zich opwekken.
Wees niet verbaasd dat jullie vrije wil daar zelf toe dient te besluiten en dat Ik het niet zo maar uitdeel, want dat kan niet. Als Ik de mens het geestelijke leven van liefde zonder inspraak zou inblazen, zou het geen leven zijn, want liefde dient vrij te zijn. Gedwongen liefde is geen liefde maar een wet en dus dood, geen leven. Het zou een nieuw gericht zijn.
En ieder die dit leven van liefde leeft, en gelooft dat Ik, het Woord van liefde, het Zelf ben die dat leven in hem breng, die zal niet sterven in eeuwigheid. Want hoe zou dat kunnen als het ware leven van liefde, Mijn liefde, in het hart van de mens leeft, hoe zou het kunnen sterven.
Daarom ook zeg Ik dat de ziekte van Lazarus niet tot de dood is, maar ter heerlijkheid Gods. Elk redelijk denkend mens moet toch tot de conclusie komen dat het op zijn minst vreemd is als Ik zeg 'niet tot de dood', terwijl Lazarus al drie dagen in het graf ligt als Ik daar aankom.
Zie, zoals gezegd, elk mens heeft eerst een natuurlijk bewustzijn. En hoewel geestelijk bezien meestal nog dood, is dat natuurlijke bewustzijn op zich niet tot de dood, integendeel. Dat bewustzijn is bedoeld om de mens in staat te stellen het geestelijke bewustzijn van liefde in zichzelf te wekken door Mijn Woord. Dat wordt bedoeld met de heerlijkheid van de Zone Gods, nl de heerlijkheid van het Woord van liefde.
Dat ook wordt bedoeld als Paulus zegt dat Ik, de Geest van Liefde, die Jezus, d.i. Mijn Woord in het menselijke, uit de dood van het natuurlijk bewustzijn deed opstaan, ook elk mens uit diezelfde dood van het gericht van het natuurlijk bewustzijn zal doen opstaan. Hoe? Wel, door Mijn Geest van Liefde, die in de mens woont, welke mens door Mijn Woord, door Mij dus, vrijwillig deze geest van liefde in zijn hart heeft gewekt.
Want indien Ik in Mijn Woord niet tot de mens kom, zal de mens niet weten van welke weg hij dient te gaan. Ik, de liefde, wek door Mijn liefde-Woord de geest in het menselijk hart op, mits de mens dat wil. Want nogmaals, Ik dwing niemand opdat de mens niet opnieuw in het gericht zal belanden.
Aldus zal Ik, Mijn Woord, Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden. Israël is hier een overeenstemmend beeld van het geestelijk bewustzijn. En de ongerechtigheden zijn de gedachten, begrippen en ideeën die nog verstoken zijn van het besef van liefde.
Zo spreek Ik opnieuw, net als destijds tot Ezechiël: Jullie kunnen nu zelf voorspellen (profeteren) t.a.v. deze dode beenderen, d.w.z. deze dode natuurlijke denkbeelden, dat dit dorre natuurlijke bewustzijn vervuld zal raken van den geest, vervult van de liefde die Ik d.m.v. Mijn Woord, door MijZelf, in jullie hart zal brengen, en jullie zullen levend worden.
En jullie zullen niet meer sterven in der eeuwigheid.
Geloven jullie dat?
Amen.’
6e zondag van veertig dagen
Matteüs 21,1-11
Psalm 118,1-2.19-29
Jesaja 50,4-7
Filippenzen 2,5-11
‘En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk Jezus hun bevolen had, Brachten de ezelin en het veulen, en leiden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop.’
MATTHEÜS 21:6-7 SV-RJ https://www.bible.com/165/mat.21.6-7.sv-rj
‘De steen, dien de bouwlieden verworpen hadden, is tot een hoofd des hoeks geworden. Dit is van den HEERE geschied, en het is wonderlijk in onze ogen.’
PSALMEN 118:22-23 SV-RJ. https://www.bible.com/165/psa.118.22-23.sv-rj
‘De Heere HEERE heeft Mij het oor geopend, en Ik ben niet wederspannig, Ik wijk niet achterwaarts. Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken; Mijn aangezicht verberg Ik niet voor smaadheden en speeksel.’
JESAJA 50:5-6 SV-RJ. https://www.bible.com/165/isa.50.5-6.sv-rj
‘Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende, en is den mensen gelijk geworden; En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde tot den dood, ja, den dood des kruises.’
FILIPPENZEN 2:7-8 SV-RJ. https://www.bible.com/165/php.2.7-8.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn kinderen,
Van de teksten die jullie moeilijk vinden zijn de teksten die over Mij gaan alsof Ik uit meerdere personen besta toch wel de lastigste. Hier staat dat de Heere Mij het oor heeft geopend. Wie ben Ik dan, de Heere, of ben Ik 'Mij', of ben Ik beide? Dat laatste, nl dat Ik beide zou zijn, wordt veelal al snel verworpen, want dat kan niet denkt men.
En inderdaad, Ik ben Één en niet twee of drie. Maar hoe dan deze teksten te begrijpen? De Heere is de Heere, dat is duidelijk. Toch staat Mij met een hoofdletter, en dat suggereert toch dat Ik ook dat ben. Als dat zo is, dan is het op zijn minst vreemd te noemen dat Ik met MijZelf in gesprek ga. En als dat al gebeurd, wat is dan de zin dat in teksten weer te geven?
Zie, omdat men Mij niet kent, een meestal totaal verkeerd beeld heeft van Mij, daarom worden deze en vele andere teksten niet begrepen. In de tijd dat vele mensen het beeld hadden dat de aarde plat was, werd het beeld van een ronde aarde niet als waarheid herkend. En evenzo wordt Ik niet herkent naar wie Ik ben omdat men een verkeerd beeld van Mij heeft.
Jullie kunnen je niet goed voorstellen dat Ik pure liefde ben. Liefde heeft in jullie beleving geen gestalte, en dus ook niet de gestalte van een mens. God is oneindig, onmetelijk en eeuwig, en dat zou nooit in de gestalte van een mens kunnen passen, want een gestalte is begrensd.
Toch, ook in jullie zelf bevindt zich deze oneindigheid. Want zeg Mij, waar ligt de grens van jullie denken en voorstellingsvermogen, waar ligt de grens van jullie bewustzijn? Dat is oneindigheid in jullie, en jullie dragen een lichaam dat begrensd is, dat is oneindigheid wonend in het begrensde lichaam.
Zie, aldus heb ook Ik, de Oneindige Zelf, een eindig en begrensd lichaam aangetrokken. Dat is wat in het Woord wel 'in het vlees' wordt genoemd. Ik ben oneindige liefde, oneindige wijsheid, en almachtige onbegrensde wil, en Ik heb Mij en dus Mijn oneindigheid in het vlees gehuld en droeg, draag, en zal altijd dragen een menselijke gestalte, Jezus.
Toen Ik werd geboren in het vlees diende Ik Mij noodzakelijkerwijs aan elk menselijk aspect te onderwerpen, aangezien Ik anders niet in het vlees kon komen. Het menselijke kent vele fysieke en mentale kenmerken die nu juist het menselijke tot het menselijke maken. De mens wordt als hulpeloze onmondige baby geboren. De mens maakt ontwikkelingen door als leren praten, lopen e.d. De mens ontwikkelt eerst een natuurlijk bewustzijn en van daaruit heeft de mens de vrijheid om op eigen initiatief een geestelijk bewustzijn te ontwikkelen.
Zo deed Ik het ook, en zo diende Ik het ook te doen. Dat is waarom er staat: gehoorzaam geworden tot de dood. Want besef wel, het natuurlijk bewustzijn zonder besef van Mijn oneindige liefde en wijsheid is als dood. Ik nam in het menselijke de dood op Mij.
In Mijn Wezen bevondt Zich Mijn oneindige liefde aanvankelijk als slapend, opdat het menselijk bewustzijn zich kon ontwikkelen. Vervolgens had Ik in dat menselijke natuurlijke bewustzijn de vrijheid om op eigen initiatief Mijn oneindige liefde, Mijn Vader, te wekken en als leidraad te volgen.
Dat is Mij door uiterste zelfverloochening gelukt. In Mijn menselijke heb Ik Mijn oneindige liefde gewekt en heb Mijn natuurlijke bewustzijn daarmee verenigd, Één. Dat natuurlijk menselijke is de steen die voordien verworpen was, maar nu tot hoeksteen is geworden. In Mijn natuurlijke menselijke volgde Ik uitsluitend de 'bevelen' op die de in Mij wonende liefde Mij gaf.
Mijn liefde (de Heere) heeft Mij (het menselijke, de Zoon) het oor geopend (Ik was Mijn liefde gehoorzaam), Ik heb Mij daar volledig dienstbaar aan gemaakt (niet wederspannig) en heb Mij daar nooit aan onttrokken (niet achterwaarts wijkend), Ik handelde en sprak vanuit liefde al ging dat in tegen de natuurlijke prikkelingen van het vlees (Ik geef Mijn rug dengenen, die Mij slaan, en Mijn wangen dengenen, die Mij het haar uitplukken).
En dat alles vanuit Liefde, Mijn oneindige, volmaakte liefde.
Volgen jullie Mij na, opdat Mijn offer niet vergeefs is geweest.
Amen.’
Witte donderdag
Exodus 12,(1)15-20
Psalm 81
Johannes 13,1-15
Matteüs 26,30-46a
‘Zeven dagen zult gijlieden ongezuurde broden eten; maar aan den eersten dag zult gij het zuurdeeg wegdoen uit uw huizen; want wie het gedesemde eet, van den eersten dag af tot op den zevenden dag, diezelve ziel zal uitgeroeid worden uit Israel.’
EXODUS 12:15 SV-RJ https://www.bible.com/165/exo.12.15.sv-rj
‘(81:6) Hij heeft het gezet tot een getuigenis in Jozef, als Hij uitgetogen was tegen Egypteland; alwaar ik gehoord heb een spraak, die ik niet verstond;’
PSALMEN 81:5 SV-RJ https://www.bible.com/165/psa.81.5.sv-rj
‘Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het na dezen verstaan.’
JOHANNES 13:7 SV-RJ https://www.bible.com/165/jhn.13.7.sv-rj
‘Toen zeide Jezus tot hen: Gij zult allen aan Mij geergerd worden in dezen nacht; want er is geschreven: Ik zal den Herder slaan, en de schapen der kudde zullen verstrooid worden.’
MATTHEÜS 26:31 SV-RJ https://www.bible.com/165/mat.26.31.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn lieve kinderen,
Verstaan jullie Mijn spraak? Begrijpen jullie Mijn Woord. Zie, Mijn Woord is een Woord van liefde. Telkens als jullie het Woord lezen, lezen jullie Mijn liefde. Toch, velen van jullie begrijpen Mijn taal niet. Daarom staat er ‘Wat Ik doe, weet (begrijpt) gij nu niet, maar gij zult het verstaan.’
Dat precies wordt er ook bedoelt met het eten van het ongezuurde, dwz het onbegrepene. Dat duurt zeven dagen, ja, zeven is een volkomenheid, een geheel. En ieder van jullie maakt die zeven dagen door zo lang jullie nog vast zitten in het benaderen van Mijn Woord vanuit jullie natuurlijk bewustzijn, vanuit jullie verzamelde wereldse kennis. (Zie 8e dag van kerst - uitg)
‘Want wie van het gedesemde eet’ ..., zie dat is het vasthouden aan het eigen wereldse verstand, wat de wereld wel het 'gezonde' verstand noemt. Het vasthouden aan wereldse kennis en wetenschap, het natuurlijk bewustzijn, om het Woord van liefde d.i. Mijn Geest te begrijpen, gaat altijd ten koste van het geestelijk bewustzijn, het bewustzijn van liefde.
Dat wordt bedoelt met ‘diezelfde ziel zal uitgeroeid worden uit Israël’. Het geestelijke besef zal als gevolg van het stug blijven benaderen van Mijn Woord vanuit het natuurlijke, vanuit onderzoek, wetenschap en wereldse kennis, (gezuurd) uitgeroeid zijn.
Vanaf de eerst mogelijke minieme geestelijke bewustwording (eerste dag) dienen jullie bereid te zijn te geloven dat Mijn Woord liefde is, en een geheel ander bewustzijn zal brengen dan alle wereldse kennis bij elkaar. Door verschillende staten van geestelijk groeiend bewustzijn zullen jullie vervolgens heen gaan, dat zijn de zeven dagen.
Gedurende die dagen, die bewustwordingen, dienen jullie het gezuurde (wereldse) uit jullie huizen (geestelijk bewustzijn) te houden dwz Mijn Woord van liefde consequent te willen volgen, ondanks dat het botst met jullie werelds natuurlijk verstandelijke instelling. En botsen zal het. Dat is het ‘geërgerd worden deze nacht’, de nacht van jullie wereldse verstandelijk benadering.
Dat is het Egypteland waar Ik, de liefde, tegen ten strijde (uitgetogen) ben getrokken. Ik bèn de liefde in Mijn Woord, en Ik ben het die jullie het bewustzijn van liefde breng. Wat jullie doen is de keuze maken Mij, Mijn liefde te willen volgen. Zelfs als jullie natuurlijke verstand, het met wereldse begrippen en ideeën gevulde verstand, het nu nog niet begrijpt.
Want Ik, de liefde, zal de herder slaan. Dat Ik de herder sla lijkt vreemd, want elders zeg Ik van MijZelf dat Ik de goede Herder ben. Toch, 'Ik' staat in dit geval voor overeenstemmend beeld met het gericht waarin het natuurlijke verstand heb gezet, en de verstrooide schapen zijn in deze beeldspraak de wereldse ideeën en begrippen die geen onderlinge samenhang hebben indien de liefde wordt 'geslagen', dwz afgewezen.
Jullie horen het Mij hier zeggen, en toch, jullie ervaren het nog als een spraak die jullie maar moeilijk verstaan. Jullie zullen het verstaan indien jullie de liefde, Mij, het Woord van liefde dat Ik ben, daadwerkelijk willen volgen.
Laat dit pril ontluikende besef van het onderscheid tussen Mijn Woord en de wereldse kennis de eerste dag zijn in de groei en ontwikkeling van jullie geestelijk bewustzijn. Het onderscheid is liefde. Mijn Woord is liefde, en is van een hogere orde dan het duistere wereldse verstand.
Amen’.
Goede vrijdag
Exodus 12,(1)21-28
Hosea 6,1-6
Psalm 22
Hebreeën 9,11-15
Johannes 18,1-19,42
‘Mozes dan riep al de oudsten van Israel, en zeide tot hen: Leest uit, en neemt u lammeren voor uw huisgezinnen, en slacht het pascha. Neemt dan een bundelken hysop, en doopt het in het bloed, dat in een bekken zal wezen; en strijkt aan den bovendorpel, en aan de beide zijposten van dat bloed, hetwelk in het bekken zijn zal; doch u aangaande, niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis, tot aan den morgen. Want de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan; doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.’
EXODUS 12:21-23 SV-RJ https://www.bible.com/165/exo.12.21-23.sv-rj
‘Komt en laat ons wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en Hij zal ons genezen; Hij heeft geslagen, en Hij zal ons verbinden. Hij zal ons na twee dagen levend maken; op den derden dag zal Hij ons doen verrijzen, en wij zullen voor Zijn aangezicht leven.’
HOSÉA 6:1-2 SV-RJ https://www.bible.com/165/hos.6.1-2.sv-rj
‘... (22:2) Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten, verre zijnde van mijn verlossing, van de woorden mijns brullens?’
PSALMEN 22:1 SV-RJ https://www.bible.com/165/psa.22.1.sv-rj
‘Maar Christus, de Hogepriester der toekomende goederen, gekomen zijnde, is door den meerderen en volmaakten tabernakel, niet met handen gemaakt, dat is, niet van dit maaksel,’
HEBREEËN 9:11 SV-RJ https://www.bible.com/165/heb.9.11.sv-rj
‘Als Hij dan tot hen zeide: Ik ben het; gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde.’
JOHANNES 18:6 SV-RJ https://www.bible.com/165/jhn.18.6.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn kinderen,
Zie, het gaat het gebeuren, de tijd van Mijn lijden breekt aan.
Deze teksten zijn natuurlijk allemaal van toepassing, want daartoe zijn deze uitgezocht, om te passen bij het verhaal van Mijn lijden. Weinigen van jullie echter zullen beseffen dat àlle teksten passen, want Ik ben Één, en Mijn Woord ben Ik Zelf, één. Bijgevolg is elke tekst uit Mijn Woord ten diepste een beschrijving van Mij en Mijn liefde.
Mijn lijdensverhaal is dan ook een beeld dat in vele andere beelden evenzo staat beschreven. Hier zijn dat de beelden van het lam welks bloed aan de deurposten wordt gestreken, van de Heer die na twee dagen op de derde dag 'ons' zal levend maken, en het beeld van een tabernakel.
Mijn lijden is een overeenstemmend beeld van het lijden dat elk mens door moet maken t.a.v. het wekken van Mijn innerlijke liefdegeest, aanwezig in ieder hart, maar veelal niet gewekt, noch wedergeboren. Het lijden is de pijn en moeite die het de mens kost om deze liefdegeest in zich te wekken.
Zie, Mozes riep de oudsten, dat beeld vertelt hoe Mijn Woord jullie oproept om 'uit te lezen' dwz te gaan onderscheiden. Ik bedoel het onderscheid leren maken tussen wat de ware betekenis van Mijn Woord is en wat niet. Jullie dienen lammeren te nemen, oftewel, jullie dienen bereid te zijn om volledige nederigheid te betrachten t.a.v. het beoordelen van Mijn Woord.
Stel je eigen wereldse inzicht niet hoogmoedig boven de eenvoud van Mijn Woord van liefde. Durf jullie hoogmoedige eigen-wijsheid op te offeren en strijk het ware besef van liefde dat jullie daarmee verkrijgen aan de deurposten van jullie denken. En bewaak met het deemoedige besef dat het wereldse een valse, zelfzuchtige leugen is, elke gedachte (niemand zal uitgaan uit de deur van zijn huis) totdat Ik met Mijn licht van liefdebesef volledig in jullie opsta (tot aan de morgen).
Want door volhardend het wereldse te bestrijden met het ontwakend bewustzijn van liefde zullen jullie het verderf van jullie innerlijke geest verre van jullie houden. Dat is wat wordt bedoelt met ‘de HEERE zal doorgaan, om de Egyptenaren te slaan (het besef van liefde zal wereldse kennis haar hoogmoedige zelfverheffing ontnemen); doch wanneer Hij het bloed zien zal aan den bovendorpel en aan de twee zijposten, zo zal de HEERE de deur voorbijgaan, en den verderver (het duistere zelfzuchtige wereldse verstand) niet toelaten in uw huizen te komen om te slaan.’
Dat er elders staat dat Ik 'na twee dagen zal levend maken en op de derde dag zal doen verrijzen' duidt erop dat jullie besef van Mijn Woord als het ware Woord van Liefde, jullie besef van Mij en Mijn werken in jullie, niet van de ene op de andere dag al zonneklaar voor jullie ogen zal staan (verrijzen).
Eerst zullen jullie, nog vol van jullie wereldse wijsheid, dienen te aanvaarden dat Mijn Woord een Woord van hogere orde, van Liefde is. Jullie zullen het dienen te geloven. Dat is een dag. Dan zullen jullie het dienen te willen gaan doen, daadwerkelijk liefde beoefenen. De wil tot liefde doen, dat is ook een dag. En tenslotte zullen jullie in jezelf gewaarworden dat Ik het ben, Ik ben de liefde, Ik heb het volbracht, Ik sta in jullie op, dat is de derde dag.
Dan is jullie gedachte t.a.v. Mij niet meer ‘Mijn God, mijn God! waarom hebt Gij mij verlaten’, want Ik ben bij jullie, zoals ook nu, alleen zullen jullie het dan ten volle beseffen. In jullie zelf zal Ik, de ware liefde leven. De tijd van lijden, de tijd waarin jullie Mij weliswaar hunkerend verwachten, waarin Ik echter nog niet ben wedergekomen, nog niet ben opgestaan, is dan voorbij.
Jullie verscheurdheid, want Mijn liefde Eenheid ontbreekt nog grotendeels in jullie bewustzijn, zal worden genezen d.i. het genezen van jullie melaats werelds denken, en worden verbonden, dat is jullie gewonde (gekruisigde) wil tot daadwerkelijke liefde zal levend worden. Ik breng jullie verlossing. Zo zeker als 'brullen', of als donder is Mijn Woord van liefde.
Houdt jullie niet doof, nu Ik MijZelf bekend maak. Ga niet achterwaarts, val niet ter aarde dwz neem Mijn Woord aan en blijf niet terugdeinzen voor het licht van Liefde dat in Mijn Woord tot jullie komt. Treed binnen in deze tabernakel van geestelijk liefde besef, niet samengesteld (gebouwd) uit jullie eigen kennis en wijsheden (met handen gemaakt), nee, geen menselijk maaksel, maar Mijn werk van liefde.
Amen.’
Paasnacht
Genesis 1,1-2,3
Psalm 33,6-9
Genesis 22,1-18
Psalm 16,5-11
Exodus 14,15-15,1a
Exodus 15,1b-3
Jesaja 54,4-14
Psalm 30,2-6
Jesaja 55,1-11
Jesaja 12,1-6
e.a.
‘De aarde nu was woest en ledig, en duisternis was op den afgrond; en de Geest Gods zweefde op de wateren.’
GENESIS 1:2 SV-RJ
https://www.bible.com/165/gen.1.2.sv-rj
‘Laat de ganse aarde voor den HEERE vrezen; laat alle inwoners van de wereld voor Hem schrikken.’
PSALMEN 33:8 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.33.8.sv-rj
‘En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal.’
GENESIS 22:2 SV-RJ
https://www.bible.com/165/gen.22.2.sv-rj
‘Want Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten; Gij zult niet toelaten, dat Uw Heilige de verderving zie.’
PSALMEN 16:10 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.16.10.sv-rj
‘Toen zong Mozes en de kinderen Israels den HEERE dit lied, en spraken, zeggende: Ik zal den HEERE zingen; want Hij is hogelijk verheven! Het paard en zijn ruiter heeft Hij in de zee geworpen.’
EXODUS 15:1 SV-RJ
https://www.bible.com/165/exo.15.1.sv-rj
‘Want de HEERE heeft u geroepen, als een verlaten vrouw en bedroefde van geest; nochtans zijt gij de huisvrouw der jeugd, hoewel gij versmaad zijt geweest, zegt uw God.’
JESAJA 54:6 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.54.6.sv-rj
‘(30:6) Want een ogenblik is er in Zijn toorn, maar een leven in Zijn goedgunstigheid; des avonds vernacht het geween, maar des morgens is er gejuich.’
PSALMEN 30:5 SV-RJ
https://www.bible.com/165/psa.30.5.sv-rj
‘Want Mijn gedachten zijn niet ulieder gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE.’
JESAJA 55:8 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.55.8.sv-rj
‘En te dienzelfden dage zult gij zeggen: Ik dank U, HEERE! dat Gij toornig op mij geweest zijt, maar Uw toorn is afgekeerd, en Gij troost mij.’
JESAJA 12:1 SV-RJ
https://www.bible.com/165/isa.12.1.sv-rj
(Zo spreekt de Heer:)
‘Mijn dierbare kinderen,
Een hele serie van teksten die werden uitgezocht om te gebruiken in de dienst van Paasnacht, vele teksten die verwijzen naar Mij, naar Mijn lijden, naar Mijn kruisiging. Al eerder zei Ik dat alle teksten (uit de bijbel - uitg.) betrekking hebben op Mij en Mijn werk in het hart van ieder mens, zowel als ook de mensheid als geheel, en al eerder zei Ik dat de betekenis door de meesten van jullie niet wordt herkend en begrepen.
Zie, telkens weer probeer Ik middels uitleg van de teksten duidelijk te maken dat de liefde, IkZelf dus, in elk mens het lot ondergaat van wat in het verhaal van Mijn lijden staat beschreven. De liefde wordt verraden, bespuwd en geslagen, van het kleed van waarheid ontdaan, bespot en gekleineerd, en tenslotte gedood aan het kruis van smaad en vernedering.
De liefde mag in het menselijk hart niet werkzaam worden (spijkers door de handen) mag geen dieper besef en inzicht brengen (spijkers door de voeten). En wanneer er dorst is naar verzadiging vanwege het sterke verlangen naar geestelijk leven, krijgt de liefde alleen de gal (bitterheid) van afwijzing, en de azijn (zuur) van minachting aangereikt, maar dat kan en zal de liefde niet tot zich nemen.
Zie, in jullie ben Ik, de liefde, wel aanwezig, maar de vraag is hoe.
Ben Ik de beschuldigde, ben Ik de gevangene, ben Ik de aangeklaagde? Oftewel, beschuldigt jullie bewustzijn, jullie wereldse verstand Mij, de liefde, dat Ik beweer dat Ik (het besef van liefde, het Woord, Zoon) MijZelf goddelijk durf te noemen, terwijl jullie dat niet willen geloven?
Is jullie verstand en wil t.a.v. de liefde die Ik ben nog woest en ledig? Laat toch Mijn Geest van liefde niet op de wateren van jullie zelfzuchtige kennis zweven. Heb respect (vreze) voor het grootse van liefde die Ik jullie breng, en laat alle wereldse wijsheden wijken (schrikken) voor Mij, de liefde in jullie hart.
Neem wat jullie aardse verstand voortbrengt (jullie enige zoon) en offer dat op, daar op de berg van liefde-inzichten die jullie zullen verkrijgen (die Ik wijzen zal). Ik, de liefde, zal jullie nooit verlaten en nooit hulpeloos overlaten aan de helse staat van het volgen van het duistere wereldse verstand, want Ik woon in jullie hart. En al moet Ik daar lijden totdat jullie Mij herkennen en gaan navolgen, Ik laat niet toe dat dit heilige in jullie wordt verdorven.
Over Mij, de in jullie hart (Mozes) opgestane liefde, zullen jullie zingen van vreugde dat Ik jullie heb gebracht in te zien, dat het zelfzuchtig bewustzijn (paard) en wereldse gezindheid (ruiter) behoren tot de zee van wereldwijsheden waarin Mijn Geest niet is.
Jullie hebben de liefde versmaad (verlaten), maar Ik, de liefde Zelf, roep haar terug in jullie bewustzijn, daar waar ze van oorsprong thuis hoort. Ik, de versmade liefde, (toorn) wil jullie geest uit het duister van onbegrip tot leven roepen, dat is Mijn goedgunstigheid, en brengen tot het juichende inzicht van Mijn goedheid.
Jullie zullen vervuld worden met een enorme dankbaarheid vanaf het moment dat jullie beseffen dat de wegen van liefde anders zijn dan de wegen van het wereldse denken. Mijn wegen zijn niet de wegen van zelfzucht, Mijn wegen zijn volmaakte liefde. Laat dat besef in de tijd van jullie lijden een troost zijn.
Versta het goed.
Amen.'